Acht openhartige vragen aan Jan Hendrik Dronkers, directeur-generaal Rijkswaterstaat.
Van welke projecten had jij slapeloze nachten?
Je bent sinds 2010 directeur-generaal van Rijkswaterstaat. Van welke projecten had jij de afgelopen zeven jaar slapeloze nachten? ‘Ik slaap doorgaans uitstekend; je kunt dit werk beter niet doen als je een lichte slaper bent. Maar enkele keren heb ik me wel zorgen gemaakt. Bijvoorbeeld over het naar de markt brengen van de verbreding van de A15 door het Botlekgebied. Met bijna 1,5 miljard de grootste aanbesteding van Rijkswaterstaat ooit, en een groot en complex project.
Ik schrok ook van de aanvaring van de stuw in Grave afgelopen december, door een schip met benzeen. De schade was enorm, maar het had nog veel erger kunnen aflopen als de boel was ontploft. Er zijn geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Dat zijn de moeilijkste momenten, als de veiligheid van mensen in het geding komt. Zoals afgelopen jaar nog bij wegwerkzaam-heden op de A9, toen er een dode en een gewonde vielen bij een ongeval met een verkeersportaal.
Hoe heeft RWS onder jouw leiding Nederland veiliger, leefbaarder en beter bereikbaar gemaakt?
‘Met de vier tot vijf miljard die we jaarlijks te besteden hebben, hebben we de afgelopen zeven jaar veel voor elkaar gekregen. Samen met de waterschappen hebben we dijken, duinen, sluizen en gemalen verstevigd. Op andere plekken in Nederland geven we rivieren juist meer ruimte. Bijvoorbeeld door dijken verder landinwaarts te verplaatsen en extra watergeulen aan te leggen die bij hoogwater vollopen. Allemaal om droge voeten te houden in Nederland.’
Sinds 2010 is er ook ruim 700 km asfalt bijgekomen. De A4 tussen Vlaardingen en Delft is gereedgekomen. We hebben tunnels vernieuwd en nieuwe aangelegd, onder meer in het centrum van Maastricht. Verder werken we bij Rijkswaterstaat ook continu aan een duurzame leefomgeving, voldoende schoon water en een goede, digitale infrastructuur.’
Naast alle investeringen, moesten we de afgelopen zeven jaar ook flink bezuinigen. Dat hebben we gedaan door zaken anders te organiseren. We hebben vooral geïnvesteerd in het primaire proces, in kennis en deskundigheid en in LEAN werken. Door de bezuinigingen moesten we meer met minder doen, de personeelsreductie van 1500 fte is ons niet in de koude kleren gaan zitten.’
Sta je zelf weleens geërgerd in de file?
‘Ik woon in Arnhem en rijd dagelijks op en neer, en sta dus ook geregeld in de file. Maar mijn dienstauto is ook een kantoor. Ik krijg onderweg veel werk gedaan. Dus ik vind files niet zo vervelend, tenzij er natuurlijk mensen zitten te wachten met wie ik een afspraak heb. Binnenkort stap ik overigens over op een stekkerauto. Mijn huidige wagen rijdt op fossiele brandstof. Dat kan niet meer natuurlijk, als IenM moeten we het voorbeeld geven.’
Wie of wat inspireert je?
‘Ik vind het heel mooi om medewerkers te zien groeien in hun rol. Daarvoor moet je hen natuurlijk wel de ruimte geven. Dat probeer ik zoveel mogelijk te doen. Ik ben zelf onderop begonnen. In 1981 startte ik als medewerker planstudie. Ik heb dus van dichtbij gezien hoeveel kennis en kunde er beschikbaar is op de werkvloer.
Er lopen veel bevlogen, loyale en deskundige mensen rond bij Rijkswaterstaat. We zouden wel gek zijn als we geen gebruik van die talenten zouden maken. Het helpt de organisatie en de samenleving verder. En mensen houden plezier in hun werk als je hen blijft uitdagen. Ik heb ook kansen gekregen bij Rijkwaterstaat, anders was ik nooit zo lang gebleven. Die kansen gun ik anderen ook.’
Wat kreeg jij van thuis mee?
‘Ik kreeg een vrij Spartaanse opvoeding, ook plichtbesef is er met de paplepel ingegoten. Tegelijkertijd was er veel warmte in ons gezin. Leef niet alleen voor jezelf, wees ook goed voor anderen en houd rekening met je omgeving. Ik kan me daar nog steeds goed in vinden.
Ook bij Rijkswaterstaat is een duurzame leefomgeving het fundament van onze opgaven. We moeten zuinig zijn op elkaar én op onze aarde. Ik ben een gelovig mens, ik geloof dat we onderdeel zijn van een groter geheel. En dat we daar allemaal ons steentje aan moeten bijdragen. Ieder op zijn eigen manier.’
Waarvan denk je: ‘dat hebben we echt slim opgelost?’
‘Bij Rijkswaterstaat krijg je regelmatig te maken met technische en innovatieve hoogstandjes. Ik kan talloze voorbeelden noemen. Denk bijvoorbeeld aan Truck platooning: digitaal gekoppelde vrachtwagens die als een ‘treintje’ over de Europese snelwegen rijden. Tijdens het tijdelijke EU-voorzitterschap in 2016 heeft Nederland zich daar samen met de
logistieke sector hard voor gemaakt. Onder meer door een European Truck Platooning Challenge te organiseren. Mooi dat we dat voor elkaar hebben gekregen. Daar geniet ik echt van.’
Per 1 april 2017 ben je loco SG bij IenM. Je gaat je o.a. richten op de herpositionering van ProRail vanuit de eigenaarsrol tot een ZBO. Wat hoop je te bereiken?
‘Ik ga meer doen dan dat. Ook de verdere vormgeving van de overige ZBO’s, zoals het kadaster en het CBR, komt op mijn bordje. Maar goed, ProRail krijgt nu de meeste aandacht in de media. Door de organisatie meer onder de hoede te brengen van het ministerie kan de staatssecretaris ProRail beter aansturen.Verbeteren, dat is de insteek. Bij Rijkswaterstaat heb ik altijd al nauw en goed samengewerkt met de betrokken partijen. Ik ben hoopvol over een goede afloop. Waar een wil is, is een (spoor)weg.
Wat doe je het liefst in je vrije tijd?
‘Tijd doorbrengen met mijn zoon (14) en vrouw. Ik luister ook graag naar klassieke muziek of jazz. En ik rommel graag wat in de tuin, heel ontspannend vind ik dat.’