Dit artikel hoort bij: ABD Blad ABD Blad 2 2017

Toptransfer en loopbaanstap

Jeroen Hinloopen

Toptransfer: een interessante overstap uitgelicht

Jeroen Hinloopen was hoogleraar Industriële Organisatie bij de Universiteit Utrecht. Hij is per 1 februari onderdirecteur van het Centraal Planbureau.

Van een jarenlange loopbaan in de wetenschap naar het CPB?

‘Ik heb het grootste deel van  mijn loopbaan op de universiteit doorgebracht. En ik sluit niet uit dat ik er ooit weer terugkeer. Bij de wetenschap ligt mijn hart, maar ik ben nu 48 en wilde een keer uit mijn comfort zone. Bij het CPB is de impact van je werk veel directer en concreter. Ik heb nu gemakkelijker toegang tot de top van de ambtenarij en daardoor meer directe impact dan met een wetenschappelijke publicatie. Je kunt hier op betrekkelijk korte termijn een gedegen antwoord geven op beleidsrelevante vraagstukken. Dat vind ik erg inspirerend.’

Wat is de belangrijkste uitdaging voor het CPB?

‘Naast de in de wet geborgde taken zoals publicatie van het Centraal Economisch Plan en Macro Economische Verkenning moeten we de partner blijven die voor de rijksoverheid hoogstaand wetenschappelijk onderzoek uitvoert en duiding geeft aan sociaaleconomische ontwikkelingen.

Een voorbeeld? We zitten nog steeds middenin een automatiseringsrevolutie. Het ambacht van werken met big data moeten we ons als CPB eigen maken. Zeker omdat er nu nog een soort mysterieuze waas omheen hangt. En we bereiden ons voor op de vergaande gevolgen van die ontwikkelingen op de maatschappij. Niet alleen in termen van bijvoorbeeld werkgelegenheid, waarbij robotisering in de toekomst een steeds belangrijkere rol zal gaan spelen, maar ook bij zaken als fiscaliteit; als het aandeel van de productiefactor arbeid in het productieproces daalt, zul je belastingen moeten verschuiven naar andere productiefactoren.
En wat betekent deze ontwikkeling voor het onderwijs? Wanneer is blended learning effectief? Allemaal vragen waarop we vanuit het CPB een antwoord moeten formuleren vanuit economisch perspectief.’

Mis je de universiteit al?

‘De liefde voor economie zit diep en ik vind het belangrijk dat we de link met de wetenschap behouden. Daarom blijf ik voor één dag in de week hoogleraar Industrial Organization aan de Universiteit van Amsterdam.’

Loes de Maat

De loopbaanstap van Loes de Maat

Loes de Maat (51) zet haar tanden na ruim zeven jaar in een nieuwe baan. Op 1 april verruilde ze het directeurschap Toezicht & Handhaving bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor een functie bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De Maat is benoemd tot hoofdinspecteur divisie Landbouw en Natuur én kwartiermaker directie Handhaven.

‘Als kwartiermaker ga ik een nieuwe directie mee vormgeven, dat is altijd spannend’, zegt ze. Bij de NZa was Loes ook verantwoordelijk voor de opbouw van de directie en heeft ze er het probleemgestuurd toezicht ingevoerd. Hiervoor bracht ze deskundigen van verschillende disciplines – waaronder ook gedragswetenschappers – bij elkaar. ‘Ik geloof er heel erg in dat je met een goed samenspel tussen de juiste deskundigen veel kunt bereiken’, zegt ze. ‘Ook bij de NVWA zal ik me daarop richten.’ De NVWA staat aan de vooravond van een volgende, grote reorganisatie. ‘We gaan nog meer risicogericht en kennisgedreven werken, en keuren en toezicht scheiden’, vertelt ze.

‘Toezicht houden is niet voor bange mensen’

Het risicogericht werken kreeg al eerder prioriteit binnen de NVWA. Loes: ‘Bedrijven en sectoren met de hoogste risico’s controleren we intensiever. Bedrijven en sectoren waar regels langere tijd goed worden nageleefd, bezoeken we juist minder dan voorheen. Ook werken we aan innovaties zoals het gebruik van satellietbeelden en datamining waardoor we nog beter weten welke bedrijven het niet zo nauw nemen met de regels. Daardoor komen er zwaardere zaken boven water, en krijgen onze inspecteurs mogelijk met meer agressie te maken. Ook daar bereiden we ons op voor. Toezicht houden is niet voor bange mensen.’

‘Om mijn werk goed te doen moet ik zelf de praktijk ook kennen’, zegt ze. ‘Daarom ga ik iedere woensdag met inspecteurs op pad. Zo was ik al op de Maasvlakte bij een inspectie van containers waar illegale gewasbeschermingsmiddelen in bleken te zitten, en bij een tomatenteler die vanwege een bacterie zijn halve bedrijf moest ruimen. Komende woensdag staat een controle bij twee melkveebedrijven in Brabant op de agenda. ‘Ik kijk ernaar uit!’