Sommige grote urgente maatschappelijk problemen vragen op korte termijn om zo veel aandacht dat er binnen het Rijk tijdelijk een apart programma voor wordt opgezet om die problemen vlot te trekken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het stikstofprobleem. Hellen van Dongen, die leiding geeft aan het programma Stikstof, vertelt wat de voordelen zijn van het werken in zo’n tijdelijk programma.
Wat was je eerste actiepunt?
‘Toen ik eind november 2019 begon stond stikstof vol in de aandacht en lag er heel veel werk dat onder andere Rijksbreed opgepakt moest worden. In korte tijd heb ik vanuit het gastdepartement LNV een team opgebouwd van 80 mensen. In dit team zitten onder meer medewerkers die van departementen komen waarvoor stikstof een grote rol speelt: IenW, EZK, LNV, BZK en JenV, bijvoorbeeld.’
Wat is het grote voordeel van het opzetten van een eigen nieuw team?
‘Iedereen wil bouwen en heeft veel energie. Dat is overigens ook een potentiële valkuil. Je moet ook uit de waan van de dag kunnen komen. Ik heb er bij de samenstelling van het team daarom goed op gelet dat er in het team ook mensen zitten die voor rust en reflectie en de benodigde helicopter view zorgen.’
Wat zijn andere voordelen?
‘Binnen een programma is het makkelijker de dingen te regelen die op dat moment acuut nodig zijn, dan in een vaste structuur. Je bent daardoor slagvaardiger.’
Het programma Stikstof verdwijnt?
‘Te veel stikstof levert een natuurprobleem op. In het coalitieakkoord is gekozen voor een brede en integrale aanpak op natuur, klimaat, water in het landelijk gebied. Dit gaan we oppakken in een vaste structuur waarin het programma opgaat. Ik heb me als programma-DG sterk ingezet voor deze brede aanpak en ga dit verder begeleiden. Er moet nog heel veel gebeuren en daaraan wil ik me committeren. Ik ben nog niet klaar met stikstof!’