Als rijksoverheid willen we een brede afspiegeling zijn van de samenleving. Het gaat daarbij niet alleen om een goede man-vrouwverhouding en culturele diversiteit, maar ook om verscheidenheid in studieachtergrond en werkervaring. Drie ABD’ers vertellen over hun bijzondere pad richting de topambtenarij en de meerwaarde hiervan.

Mario Penzen is directeur Bedrijfsvoering en Projectbeheersing bij Rijkswaterstaat. Hij groeide op in een gezin waarin studeren geen gangbare stap was. Mario werd na de mavo beroepsmilitair en was toen pas zeventien jaar. ‘In zekere zin heb ik in militaire dienst een deel van mijn opvoeding gehad. Ik was nog zo jong dat ik destijds een briefje van mijn moeder nodig had om buiten de kazerne op mezelf te mogen wonen.’ Mario bracht als beroepsmilitair onder andere drie jaar door in Duitsland, waar hij tankcommandant was. Maar gaandeweg voelde hij dat hij meer in zijn mars had. Hij ambieerde een hogere rang en ging de schoolbanken in. ‘Overdag was ik op de kazerne, ’s avonds volgde ik een MTS-opleiding. Ik wilde destijds heel graag officier worden.’

Ultieme prikkel

Mario Penzen, directeur Bedrijfsvoering en Projectbeheersing bij Rijkswaterstaat

‘Je moet kansen pakken, maar anderen moeten het talent ook in je willen zien’

De ambitie van Mario om door te leren werd aangewakkerd door zijn omgeving. ‘Veel dienstplichtige militairen om me heen hadden een HTS-diploma, waaronder een dienstplichtige die tot op de dag van vandaag mijn beste vriend is. Hun studieloopbaan was voor mij de ultieme prikkel om mezelf te ontwikkelen. Mijn vriend heeft me daarin een enorme duw gegeven en kon me bovendien helpen tijdens mijn MTS-opleiding. Daar ben ik hem tot op de dag van vandaag heel dankbaar voor.’

Het beste uit jezelf halen

Een MTS-opleiding bleek voor Mario’s officiersambitie uiteindelijk niet voldoende. Hij besloot daarop uit militaire dienst te gaan. ‘Als je een opleiding afrondt, wil je er ook iets mee doen.’ In het bedrijfsleven maakte Mario dankzij een combinatie van werken en leren wél carrière, onder andere bij Elsevier en het Van Gogh Museum. ‘Ik belandde bij Elsevier van een militaire in een commerciële organisatie, waar het ging over winst en omzet. Ik kreeg daar als accountmanager de kans om bij allerlei bedrijven binnen te kijken. Daar werd mijn nieuwsgierigheid voor organisatieverbetering gewekt.’ Inmiddels prijken er ook twee hbo-bachelors en twee universitaire masters op Mario’s cv, allemaal in deeltijd afgerond. Hij heeft zijn gedrevenheid naar eigen zeggen deels te danken aan zijn opvoeding. ‘Studeren zat niet in het gezin, maar ambitie wel. Mijn vader is in de Tweede Wereldoorlog als Poolse vluchteling naar Nederland gekomen. Hij had niets en moest alles opbouwen. Dat heeft ons gezin en ook mij gevormd. Iets van je leven maken als je niets hebt: ook dat is ambitie en het beste uit jezelf halen.’

Kansen pakken en krijgen

In 2014 werd Mario topambtenaar. ‘Wat me nog het meest heeft gevormd zijn de mensen die ik in al die jaren ben tegengekomen. Docenten, collega’s en werkgevers die in me geloofden. Je moet kansen pakken, maar anderen moeten het talent ook in je willen zien. Het essentiële verschil is dat zij niet keken naar wat ik deed of wie ik was, maar naar wat ik kon zijn of doen. Wat ook helpt: een werkomgeving waarin mensen er samen een succes van willen maken.’ In de loop der jaren ontmoette Mario ook heel wat mensen met een vergelijkbaar carrièrepad. ‘Ik herken bij hen vaak dezelfde energie en gretigheid. Elke werkdag is voor mij en hen nog altijd een leerdag.’ Via het overheidsnetwerk InterCoach probeert Mario nu op zijn beurt jonge ambtenaren te helpen. ‘Mijn reis was “hobbelig”. Mede daarom wil ik als coach de jongere generaties een vliegende start proberen te geven. Door mijn ervaringen met hen te delen en samen te ontdekken wie zij kunnen worden en wat zij kunnen doen. Zij helpen mij dan weer door een kijkje in hun leven en wereldbeeld te geven, waardoor ik mij met steeds neiuwe inzichten kan blijven verhouden tot onze  veranderende maatschappij.’ 

In anderen geloven

Mario heeft nog altijd profijt van zijn tijd als beroepsmilitair. ‘Ik leerde op mijn zeventiende wat leiderschap is. Als je de ander vertrouwt en je weet wat je aan elkaar hebt, dan kun je elke crisis aan. Door alle verschillende werkomgevingen en ontmoetingen ontwikkelde ik in mijn carrière ook een steeds betere neus voor talent. Ik leerde dat mensen niet zozeer een kans moeten kríjgen, maar dat zij een kans zíjn. Die houding maakt dat ik in anderen geloof en hun de ruimte geef om het optimale uit zichzelf te halen. Wat ik ook belangrijk vind: voelen mensen de ruimte om hun fouten te delen? Ik wil geen verkramping bij de mensen waarmee ik werk. Ook als het spannend is, moet je ontspannen je werk kunnen blijven doen. Daarnaast weten collega’s dat ik er uiteindelijk ben om dat onmogelijke besluit te nemen. Ondertussen probeer ik er alles aan te doen om hen verder te helpen in hun ontwikkeling. Past die stimulans niet bij hun ambities of levensfase? Dan heb ik daar respect voor. Maar ik als iemand dat duwtje wél kan geven, dan word ik daar net als die collega heel blij van. Bovendien wordt het Rijk er beter van.’

Prioriteiten

Ook Richard van Hienen (algemeen directeur Auditdienst Rijk) kende een opmerkelijke aanloop naar de topambtenarij. Zijn ouders waren melkveehouders en na de hogere landbouwschool werd Richard mede-eigenaar. ‘Mijn twee oudere broers zagen daar niets in, maar ik vond het erg leuk. Samen met mijn ouders onderhield ik zeventig koeien en meer dan veertig hectare grasland.’ Naast een groot verantwoordelijkheidsgevoel hield Richard nog andere waardevolle lessen over aan zijn tijd op de boerderij. ‘Je bent als agrariër altijd afhankelijk van het weer. Daardoor leer je prioriteiten te stellen. Ik leerde ook dat terugkijken geen zin heeft. Je kunt lang bij de pakken blijven neerzitten, maar morgen is een nieuwe dag met nieuwe kansen.’ 

Goed met cijfers

Na zes jaar werd het familiebedrijf verkocht voor natuuruitbreiding. ‘Mijn ouders zeiden toen: “Je kunt goed leren, er zijn ook andere wegen voor je.”’ Richard stapte over naar het Landbouw Economisch Instituut (LEI). ‘Daar vonden ze het een goed idee dat ik me ging verdiepen in bedrijfseconomie en boekhouding. Cijfertjes lagen me wel, dus die mogelijkheid greep ik meteen aan.’ Richard rondde twee deeltijdopleidingen af en werd uiteindelijk accountant. ‘Het sloot telkens mooi op elkaar aan: als ik wat verder kwam in mijn studie, kreeg ik ook een hogere functie. En ik had het voordeel dat ik alles leuk vind. Bij nieuwe projecten steek ik altijd mijn hand op.’ Uiteindelijk maakte Richard de overstap naar de overheid, waar hij betrokken was bij reorganisaties en fusietrajecten. ‘Ik leerde daardoor dat er altijd onverwachte ontwikkelingen zullen zijn. Je kunt dus onmogelijk alles tot in detail voorbereiden. Maar juist in die situaties leer je leidinggeven en moet je met elkaar ontdekken hoe je het beste verder kunt.’

Praktijkkennis

Richard van Hienen, algemeen directeur Auditdienst Rijk

Bij LNV en het UWV nam ik de blinde vlekken van anderen weg’

Aan het begin van zijn carrière had Richard soms het gevoel dat hij achterliep. ‘Later ben ik het gaan zien als “andere bagage”. Ging het in mijn tijd bij LNV over dierziektes, dan kon ik mijn praktijkkennis toevoegen. En toen ik later bij het UWV werkte en we daar te maken kregen met de NOW (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid, red.), kwam mijn controle-ervaring goed van pas. Zo nam ik de blinde vlekken van anderen weg.’ Richard trekt de vergelijking tussen het boerenleven en zijn huidige rol bij de Auditdienst Rijk (ADR). ‘Dat is natuurlijk moeilijk, maar bij zowel dieren als mensen geldt: als het goed met hen gaat, behaal je de beste resultaten. Ik probeer altijd de ideale werksituatie te creëren, met een goede sfeer en ontwikkelmogelijkheden.’ 

Jonge mensen verrijken

Richard is er trots op dat hij bij de Auditdienst Rijk werkt. ‘Neem de manier waarop we omgaan met de krapte op de arbeidsmarkt. Sinds 2022 nemen we elk jaar tien tot vijftien statushouders aan, die in hun thuisland bijvoorbeeld ingenieur of burgemeester waren. Wij bieden hun opleidingen in accountancy en Nederlandse les. Ze zijn dankbaar, maar wij ook. Op deze manier krijgen we er nieuwe, ambitieuze collega’s bij.’ Richard doceert sinds een jaar ook aan de Nyenrode Business Universiteit, waar hij in 2006 zijn post-master Accountancy afrondde. ‘Het gaat daar meestal over beursgenoteerde bedrijven, maar het is voor studenten ook interessant om te horen hoe het bij de overheid werkt. In mijn colleges probeer ik mijn frisse blik van buiten mee te nemen. Ik vind het prachtig om jonge mensen te verrijken, om anderen verder te brengen. De kans die mij is geboden, geef ik graag terug.’

Maatschappelijke drijfveren

De cv’s van Mario en Richard duiden op een brede interesse. Bij Geertje van Hooijdonk, directeur en plaatsvervangend directeur-generaal Natuur bij LVVN, is dat niet anders. Met de master Natuurwetenschappen & Bedrijf en Bestuur koos ze voor een bètaopleiding waarin ze ook haar maatschappelijke drijfveren kwijt kon. ‘Dat mijn passie bij klimaat en natuur zou komen te liggen, wist ik toen nog niet. Dat zaadje werd pas geplant tijdens een hoorcollege van een professor van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change, red.). Ik dacht meteen: hier wil ik iets mee.’ 

Impact maken

Na haar studie werkte Geertje onder andere voor Essent, waar ze al op jonge leeftijd leidinggevende ervaring opdeed. Als trainee kreeg ze al in haar tweede opdracht twintig mensen onder zich. ‘Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat ik een strategisch leidinggevende wilde zijn. Voor mijn gevoel kon ik daarmee meer impact maken.’

Tijd kopen

Bij Essent leerde Geertje dat je soms tijd moet kopen, ook al voel je de druk om snel met een oplossing te komen. ‘Het heeft geen zin om te beloven dat je in twee maanden alles oplost. Pak de ruimte om een probleem eerst goed te doorgronden. Het liefst met een kleiner, analytisch sterk team. En schaal pas op als je de oplossing hebt. Gelukkig werd ik daar bij Essent altijd goed in gesteund door mijn directeur. Zij vond dat ik bij mijn standpunt moest blijven. Anders zou elke grotere opgave onmogelijk zijn, vond ze.’ 

Meedenken met de ander

Geertje van Hooijdonk, directeur en plaatsvervangend directeur-generaal Natuur bij LVVN

‘Ik kan nog altijd goed tegen onzekere situaties’

Geertje werkte ook voor adviesbureau TwynstraGudde. ‘Daar realiseerde ik me dat het tijd kost om ergens te landen, maar dat ik me kan aanpassen zonder mezelf te verliezen. We beloofden als bureau soms nieuwe producten of diensten waarvan we nog niet wisten hoe die eruit zouden komen te zien. Dat vond ik de eerste keer vreselijk spannend. Maar gaandeweg leer je te vertrouwen op je proces. Ik kan daardoor nog altijd vrij goed tegen onzekere situaties.’ In haar tijd bij TwynstraGudde voerde Geertje ook veel keukentafelgesprekken. ‘Daardoor leerde ik me goed te verdiepen in wat andere mensen willen. Dat is voor mij nog steeds een belangrijke vaardigheid, want beleid wordt succesvoller als je meedenkt met wat de ander nodig heeft.’

Geven en nemen

Geertje heeft het met haar collega’s vaak over ambtelijk vakmanschap. ‘Het is niet de bedoeling dat we onze adviezen toeschrijven naar de wens van de bewindspersoon. Het draait om wetenschappelijk onderbouwde scenario’s en aanbevelingen. De politiek mag daar vervolgens van afwijken. Zolang de feiten maar op tafel liggen, met het natuurbelang voorop én met aandacht voor de sociale en economische factoren.’ Ook geven en nemen staan bij Geertje hoog in het vaandel. ‘In mijn tijd bij Natuur & Milieu leerde ik dat een akkoord nooit honderd procent “jouw ding” zal worden. Je hebt draagvlak nodig om je te doelen te kunnen behalen.’