Hoe brengen ABD’ers leiderschap in de praktijk? Daina Konter, sectormanager Operational Audit bij de Auditdienst Rijk, deelt haar inzichten.
Leiderschap
Hoe kijken ABD’ers naar hun eigen manier van leidinggeven? En wat vraagt de rol die zij hebben van hun leiderschap?
De rol van een mens in een organisatie is een rode draad in je carrière. Wat is daarin je meest waardevolle les geweest?
‘Als je mensen niet meekrijgt, dan houdt het op. Tegelijkertijd is dat een complex en soms ook weerbarstig aspect van elke organisatie. Zeker binnen de rijksoverheid, waar door de omvang enorm veel verschillende mensen werken. Met verschillende kwaliteiten én talenten. Juist als je al die verschillende kwaliteiten zo goed mogelijk laat samenwerken, is dat enorm waardevol. We moeten de verschillen tussen collega’s binnen de rijksoverheid koesteren.’
Karakters kunnen ook botsen. Hoe ga je daarmee om?
‘Een discussie ga ik zelden uit de weg. Niet iedereen vindt het fijn, maar van mij mag het in discussies soms best schuren. Dat biedt namelijk de kans om met een open blik te kijken naar elkaars bezwaren. Het is in zo’n geval ook aan mij om alle standpunten serieus te nemen en respectvol om te gaan met de verschillen. Want wie zich gezien en gehoord voelt, is eerder ontvankelijk voor de boodschap van een ander. Wrijving kan op die manier glans geven.’
Hoe leef jij als leidinggevende gewenst gedrag voor?
‘Ik probeer een omgeving te creëren waarin iedereen zich vrij voelt om te zeggen wat hij of zij vindt. Dat doe ik allereerst door het goede voorbeeld te geven en zélf zoveel mogelijk bespreekbaar te maken, zodat anderen die vrijheid hopelijk ook voelen. Ik benadruk het daarnaast in een-op-eengesprekken. Zolang de intentie goed is, mogen collega’s alles tegen me zeggen. En als ik zie dat iemand ergens mee zit, dan vraag ik daarnaar. Heeft iemand toch nog even tijd nodig? Dan weten ze me te vinden als ze behoefte hebben aan een gesprek. Het helpt natuurlijk enorm als ik me op mijn beurt ook vrij voel. Die steun ervaar ik bij de Auditdienst Rijk, waar ik de kans heb gekregen om leiding te geven aan zo’n zestig bevlogen collega’s.’
Vind je leidinggeven aan zestig mensen ook wel eens lastig?
‘Met de ene collega klik je misschien beter dan met de ander. Maar uiteindelijk is het wel mijn taak om iederéén verder te brengen. Ik kies daarin niet de makkelijke weg, ook al kost dat soms extra energie en aandacht. Uiteindelijk doe ik dit werk voor de maatschappij en voor de ontwikkeling van mijn collega’s.’
Welke uitdagingen liggen er nog voor je?
‘Hiervoor gaf ik leiding aan twintig mensen, nu zijn dat er dus drie keer zoveel. Ik krijg daarbij hulp van mentoren. Samen met hen probeer ik ervoor te zorgen dat alle collega’s daadwerkelijk gezien en gehoord worden. Verder streef ik ernaar een gevoel van saamhorigheid te creëren. Hybride werken en alle verschillende opdrachten bij verschillende overheden – op zich juist mooie elementen van ons werk – helpen daarbij niet. Met initiatieven gericht op kennisdeling of gezamenlijke lunches proberen we collega’s meer bij elkaar te brengen. De rijksoverheid én maatschappelijke opgaven zijn zo groot: ik vind het enorm belangrijk dat we de verbinding met elkaar blijven zoeken. Onbenut potentieel is zonde.’