SZW en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) werken samen aan vereenvoudiging van wetgeving. Jan IJzerman (directeur Stelsel en Volksverzekeringen bij SZW) en Willem Zandbergen (directeur Strategie, Recht en Communicatie bij de SVB) vertellen over hun samenwerking én successen.
Beleid in uitvoering
Een beleidsmaker en uitvoerder vertellen over de raakvlakken van hun werk en het belang van een goede samenwerking. Hoe proberen zij de kloof te dichten? En wat zijn hun gedeelde uitdagingen?
In de Stand van de Uitvoering staat dat sociale zekerheid toegankelijker moet worden, onder andere door wet- en regelgeving te vereenvoudigen. Hoe pakken jullie dit samen aan?
Jan: ‘We zitten allebei ruim vijf jaar op deze plek en hebben het onderwerp vereenvoudiging vanaf de eerste dag opgepakt. SZW heeft de SVB gevraagd om een knelpuntenbrief, om de Kamer te informeren over wat er echt beter kan. Vrij snel daarna hebben we samen de eerste grote knelpunten aangepakt en zijn we wetgevingstrajecten gestart om tot vereenvoudiging te komen. Een voorbeeld daarvan is dat we de aanvraag voor dubbele kinderbijslag voor ouders van kinderen met een ernstige ziekte of aandoening hebben vereenvoudigd.’
Willem: ‘Een ander voorbeeld is de regeling Schuldig Nalatig, waarin mensen werden gekort op de AOW omdat ze ooit bepaalde premies niet betaald hadden. Dat was een supercomplexe regeling. De beste oplossing was om de regeling helemaal te schrappen. Dat hebben we ook gedaan. Dat werkte als een katalysator voor grotere trajecten waar we nu mee bezig zijn. Wat mooi is, is dat het ministerie ons als luisterend oor ziet. Het eerste contact van de burger is altijd via een uitvoeringsorganisatie. Wij zijn het gezicht van het beleid en dus ook de plek waar signalen binnenkomen.’

‘Vereenvoudiging is ook noodzakelijk om het werk überhaupt gedaan te krijgen’
Wat kenmerkt jullie samenwerking?
Willem: ‘We hebben respect voor elkaars rol. Ik ben van de uitvoering, Jan is van het politiek-ambtelijke samenspel. Door dat expliciet te maken, weten we wie wat doet. En we weten wat we aan elkaar hebben. We hebben geen vaste PO’s, maar voelen aan wanneer we elkaar even moeten bellen.’
Jan: ‘Daarnaast hebben we ook een samenwerkingsvisie, opgesteld door onze medewerkers. Als fundament voor een goede samenwerking tussen het ministerie en de SVB. Daarin staat onder andere dat we elkaar vroegtijdig informeren en niet verrassen. We maken gebruik van elkaars expertise en houden altijd het hogere doel voor ogen: de burger.’
Willem: ‘En wat onze samenwerking ook kenmerkt, is humor. Ons werk is belangrijk, we staan altijd aan. Dat houd je langer vol als je ook met elkaar kan lachen.’
Jan: ‘Door het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee wij met elkaar omgaan, vergelijken medewerkers ons wel eens met Waldorf en Statler, die Muppets. Ik weet niet of dat helemaal klopt, maar het is wel zo dat het voor hen ook fijn is om te zien dat wij ontspannen met elkaar omgaan. Dat doet ook iets met de collega’s.’
Zijn jullie het ook weleens oneens?
Willem: ‘Zeker. Jan heeft ook te maken met een politieke realiteit, waardoor sommige dingen gewoon niet kunnen. Maar als je dat uitspreekt, weet je ook waar je over te besluiten hebt. Als de tijd politiek nog niet rijp is, dan is dat zo. Andersom krijgen we soms ook te maken met besluiten vanuit de politiek die wij moeten uitvoeren, terwijl het heel lastig is om dat vereenvoudigd te doen.’
Jan: ‘De kunst is om meningsverschillen niet persoonlijk te maken. We hebben respect voor elkaars standpunten en luisteren goed naar de kern. En soms blijf je het ook gewoon oneens en dan is het fijn dat er nog een laag boven ons is.’
Hoe zien jullie de toekomst?

‘Wij zijn het gezicht van het beleid en dus ook de plek waar signalen binnenkomen’
Willem: ‘Qua vereenvoudiging hebben we nog een flinke opgave. In 2040 hebben we er een miljoen uitkeringsgerechtigden bij, terwijl de beroepsbevolking op dat moment op zijn laagste punt zal zijn. Om onze dienstverlening ook dan te garanderen, moeten we nu al nadenken over oplossingen. Digitaliseren, innoveren, vereenvoudigen. Daarmee zorgen we niet alleen voor bestaanszekerheid, maar werken we ook door op maatschappelijke knelpunten. Denk aan de kostendelersnorm: tot 2023 werd je gekort op je AOW als je 22-jarige kleinzoon bij je introk, omdat hij geen eigen woning kon vinden. Door die leeftijd te verhogen naar 27 jaar, hebben we ruimte gecreëerd op andere maatschappelijke vraagstukken, zoals mantelzorg en woningtekort. Zo kijken we over het domein heen. Dat maakt het mooi. Het is belangrijk om aandacht te hebben voor batenmanagement. Als je de baten goed identificeert, kun je die ook inzetten voor andere uitvoerders en daarmee de betaalbaarheid van het stelsel garanderen. Er zou een prikkel moeten zijn: als je ergens baten realiseert, ontstaat er ruimte om door te pakken naar het volgende knelpunt.’
Jan: ‘Ik kijk daar juist van de andere kant naar. Het werk van de SVB wordt eigenlijk steeds complexer. Mensen leven bijvoorbeeld internationaler. Als we niet blijven vereenvoudigen, lopen we vast: dan kún je het werk op een gegeven moment simpelweg niet meer doen. Je kunt de SVB niet twee keer zo groot maken. Dus vereenvoudiging van wet- en regelgeving is niet alleen noodzakelijk om knelpunten voor burgers op te lossen, maar ook om het werk überhaupt gedaan te krijgen. Dat is een traject van de lange adem. Een minimumtraject voor een vereenvoudiging is twee jaar. Grote vereenvoudigingen duren meer dan vijf jaar. Dat duurt vaak langer dan de tijd waarin je normaal op een plek zit. Dat is nu eenmaal zo.’
Willem: ‘Het is een beetje als het bouwen van een kathedraal: je bewaakt de lange lijnen en gaat het resultaat nooit zien, maar je wilt wel een goede basis neerzetten voor de mensen na je. Vereenvoudiging is taai en duurt soms lang, maar door naast de grote fundamentele wijzigingen ook het laaghangend fruit te plukken, houden we de energie erin.’