Workshop De rechter van de toekomst, de toekomst van de rechter

De rechtspraak loopt achter op de wereld om hen heen, ook als het gaat om het gebruik van technologie. Rechtbank Oost-Brabant heroriënteert zich daarom, leggen Maarten Verhoeven, bestuursrechter en Mounir El Maach, senior bestuursadviseur Rechtbank Oost-Brabant uit. De ABD’ers die de workshop bijwonen leggen hen het vuur aan de schenen.

‘De democratische rechtstaat is geen huis waarin je onbezorgd kunt slapen’

Mounir El Maach schetst waarom een heroriëntatie nodig is. ‘De democratische rechtstaat is geen huis waarin je onbezorgd kunt slapen’, zo quote ik graag professor Witteveen. Hij verduidelijkt: ‘Het is heel onrustig in de wereld van de rechtspraak. Enerzijds door de toename van technologische ontwikkelingen, zoals social media. Maar ook doordat we te maken hebben met een terugtredende overheid, onrust aan de randen van Europa, de toenemende ontevredenheid over de politiek en de onzekere ontwikkeling van de economie.’

Maarten Verhoeven vult aan: ‘Die onrust raakt ons, het doet iets met het gezag. Bovendien willen burgers snelheid en maatwerk.’ Maarten: ‘Wij lopen daarop achter. Binnen de rechtspraak is de afgelopen 20 jaar nauwelijks iets veranderd, vooral als het om civiel recht gaat. Daar werken we zelfs nog met faxen en brieven. Dat levert klachten op: het gaat allemaal te langzaam.’

Modernisering van de rechtspraak

Niet dat er geen initiatieven zijn om daar verandering in te brengen. Het landelijke project KEI, gericht op de modernisering van de rechtspraak, is echter mislukt en krijgt in juli 2018 een reset. De Rechtspraak, met de rechtbank Oost-Brabant voorop, richt zich los daarvan zelf sinds 2016 op scenarioplanning.

Doel is in de toekomst niet overvallen te worden door maatschappelijke ontwikkelingen en te bepalen wat in de nabije en verre toekomst de toegevoegde waarde van de rechtspraak is. ‘Als je de technologische ontwikkelingen in andere sectoren in de gaten houdt, dan kun je niet anders dan concluderen dat ontwikkelingen als data science en kunstmatige intelligentie een enorm potentieel herbergen voor de rechtspraak. We kunnen ons werk en onze dienstverlening straks beter aanpassen aan de behoefte van de burger en de samenleving’.

Want dat is waar het volgens Mounir en Maarten over gaat: soms hebben burgers en partijen behoefte aan een snelle uitspraak; daarin kan technologie een belangrijke rol spelen. Maar soms willen zij hun verhaal kunnen vertellen en gehoord worden door een onafhankelijke rechter, door iemand die luistert, vragen stelt en zich kan inleven in de situatie waarin zij verkeren. Dat laatste, het empathische aspect, dat is iets dat de technologie niet kan leveren.

‘In de scenarioplanning  zijn vier scenario’s geschetst’, vertelt Mounir: democratuur, stabiele solidariteit, gewelddadige jungle en decentrale commune. Elk scenario schetst een mogelijk toekomstbeeld van de omgeving waarin de rechtspraak in 2030 zou kunnen verkeren, op drie niveaus: de wereld, de samenleving en de rechtsstaat.’

Kritisch

De aanwezigen zijn kritisch op deze toekomstmuziek: ‘Als jullie organisatie nog faxt, is het dan niet beter eerst bij het nu te komen in plaats van naar de toekomst te kijken?’; ‘Probeer snelheid in de afhandeling te krijgen’; ‘Ik zou in een paar stappen online willen zien of ik in mijn recht sta’, zeggen ze onder meer.

Maarten en Mounir schrikken er niet van. Het zijn vragen die ook Rechtbank Oost-Brabant erg bezighouden.

‘Omgekeerde wereld’

‘Tijdens deze workshop zaten we als ABD’ers in de rol van vragensteller’, zegt Marga Zuurbier. ‘Terwijl we normaal gesproken in de schoenen van de workshopleiders staan. Ik zag twee mensen die bezig zijn met de toekomst, maar tegelijkertijd te maken hebben met zeer hoge verwachtingen. Ze kregen daardoor bijna niet de kans hun verhaal te vertellen. Dat zie je bij de overheid ook: we gaan vaak te traag.’

‘Tegenspraak scherpt ons’

‘De deelnemers hadden pittige vragen’, reflecteert Maarten Verhoeven na afloop van de workshop. ‘Maar dat vind ik juist leuk. Tegenspraak scherpt ons en helpt ons te bepalen waar we staan.’