Heleen Bakker, directeur-generaal Europese samenwerking bij BZ, geeft openhartig antwoord op acht vragen.

1. Aan welke baan denk je nog weleens terug?

‘Het leuke aan werken bij Buitenlandse Zaken is dat je zoveel verschillende dingen kunt doen, onder één dak. Tussen 2007 en 2011 was ik speechschrijver voor de toenmalige minister Maxime Verhagen. Dat was een periode waarin we in Nederland ook anders gingen kijken naar speechschrijven. Onder invloed van Obama speelden we steeds vaker in op emotie en legden we meer gevoel in speeches. Het was een fantastische baan, waarin ik veel creativiteit kwijt kon.’

2. Welke momenten waren bepalend in je leven?

‘De grote levensgebeurtenissen: de geboorte van mijn kinderen, hen zien opgroeien en keuzes zien maken. Maar ook het overlijden van mijn moeder afgelopen voorjaar. Dat verlies voel ik heel diep. En momenteel is de zorg voor mijn vader heel belangrijk voor me. Je kunt grote doelen hebben, maar de mensen die dichtbij je staan zijn toch het allermeest bepalend voor wie je bent, en voor hen kun je ook echt het verschil maken. Ik geloof dat dit voor bijna iedereen ter wereld geldt. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde voor onze ouders en onze kinderen. Ik vind het daarom ook onbegrijpelijk en onverteerbaar als mensen die voor hun eigen kinderen het beste willen andermans kinderen leed aan doen.’

3. Wat steek jij op van de jongere generatie binnen het ministerie?

‘Ik vind het mooi dat de jongere generatie zoveel oog heeft voor elkaar, voor het collectief en de werkomgeving. Ze zorgen voor elkaar en betrekken elkaar. Als het om inclusiviteit gaat, blijft het niet bij praten, zij brengen het in praktijk. Toen ik begon bij de Rijksoverheid, was ik veel meer op mezelf gericht: doe ik het wel goed genoeg? Ik verwachtte niets van mijn omgeving, zocht het vooral bij mezelf. De jonge mensen om mij heen stralen uit dat ze elkaar willen helpen.’

4. Waar lig je ’s nachts wakker van?

‘Ik val aan het eind van elke dag als een blok in slaap. Wel denk ik veel na over de balans tussen ambitie en mijn span of control. Ik wil mijn idealen in praktijk brengen, en niet alleen maar bezig zijn met “laatje-open-laatje-dicht-werk”. Ik vogel graag uit wat ík kan doen, vanuit mijn positie en mijn talenten.’

‘Ik wil mijn idealen in praktijk brengen’

5. Voor jouw baan reis je veel. Reis je ook privé graag?

‘Een favoriete manier van reizen is wandelen. Met twee vriendinnen loop ik het Pieterpad, dan ga je kilometer voor kilometer door Nederland. Tijdens vakanties bezoeken mijn man en ik graag Noord-Italië. Het is fijn om voor de tiende keer bij hetzelfde bakkertje te komen, dat voelt het meest als ontspanning. Tegelijkertijd is het ook mooi om nieuwe dingen te ontdekken óf opnieuw te ontdekken. Vorig jaar ben ik met mijn oudste zoon naar Kenia geweest, waar ik 25 jaar geleden tijdens mijn studie stageliep. Het was bijzonder om terug te gaan, verandering te zien en het land te herkennen, en om dat samen met hem te doen.’

6. Je woonde en werkte ook een aantal jaar in Amerika. Wat nam je daarvan mee?

‘Toen we in Washington woonden, tijdens de eerste periode Trump, verbaasde ik me erover dat Amerikanen hun wereldbeeld vaak als de waarheid zien. En wantrouwen richting instituties en anti-establishment zag ik daar in extreme vorm.’

7. Wat doe je om te ontspannen?

‘Als je in een heel hoog tempo door de week raast, is verstilling fijn. Maar het duurt vaak even voordat ik op dat punt ben. Lezen helpt om die verstilling te bereiken. Een boek openslaan en daarin verdwalen. Het liefst lees ik fictie, dikke pillen, boeken waarin veel gereisd wordt. Zo las ik laatst Shantaram van Gregory David Roberts. Dat gaat over een Australiër die met een vals paspoort naar India reist. Ik ben maar één keer in mijn leven in India geweest, maar uit zo’n boek haal ik dan toch sfeer en context. En ook weer het goede dat in mensen zit, overal ter wereld. Een aanrader dus. Wat ook helpt om te ontspannen: lopen met ons hondje, over het strand. Licht en lucht opzoeken.’

8. Wat is je levensmotto?

‘Uiteindelijk gaat het in het leven om je best doen en aardig zijn voor anderen. Die uitspraak is van een collega die inmiddels is overleden. En als je alle franje eraf haalt, is dat voor mij inderdaad de essentie.’