Naam: Lyda den Hartog
Opdracht: programmamanager Stagepact bij OCW
Via: ABD Interim

Lyda den Hartog, programmamanager Stagepact bij OCW

Interim-opdracht

Binnen het programma ABD Interim verbreden topambtenaren in drie jaar hun horizon via passende interimopdrachten, maatwerkbegeleiding en een leergang op het gebied van verander- en interimmanagement.

In deze rubriek vertellen deelnemers aan het ABD-interimprogramma over hun huidige opdracht. 

Over ABD Interim

ABD Interim is een programma voor ervaren overheidsmanagers (met een arbeidsovereenkomst binnen de overheid) vanaf schaal 15. Na een uitgebreide toelatingsprocedure krijgen ABD’ers drie jaar lang een maximale ontwikkel- en leerervaring. Met passende interim-opdrachten, maatwerkbegeleiding en een leergang op het gebied van verander- en interimmanagement.

Dit is je tweede opdracht voor ABD Interim. Hoe bevalt het?

‘Heel goed. Hiervoor zat ik tien jaar bij EZK en daarna vier jaar bij LNV. Daar was ik de laatste tien maanden waarnemend directeur Natuur. In die periode ben ik gaan nadenken over wat ik wilde met mijn carrière. Ik kwam tot de conclusie dat ik er nog niet klaar voor was om me vast te leggen op één ministerie en één dossier. Op dit punt in mijn loopbaan past ABD Interim daarom heel goed bij mij.’

Je bent nu programmamanager Stagepact bij OCW. Koos je bewust voor een opdracht bij OCW?

‘Ik leer om mezelf meer hulpgericht op te stellen’

‘Ik loop warm voor onderwerpen binnen het sociaaleconomisch domein. Deze opdracht sluit daarbij aan. In het Stagepact MBO staan de afspraken tussen zestien verschillende partijen voor de komende vier jaar, over stages in het mbo. Die afspraken gaan over betere stagebegeleiding, voldoende stageplekken, een passende vergoeding en het tegengaan van stagediscriminatie. Als programmamanager is het mijn taak ervoor te zorgen dat deze afspraken ook worden nageleefd.’

Wat is jouw grootste uitdaging?

‘Bij LNV en EZK zat ik heel erg op de inhoud. Deze functie is praktischer. Ook heb ik nu meer contact met externe partijen. Dat partijen hun handtekening onder het stagepact hebben gezet, betekent niet per se dat ze er ook voldoende mee aan de slag gaan. Hoe zorg je dat zij de bestuurlijke afspraken ook echt uitvoeren? Dat is niet altijd gemakkelijk. Ik voer daarom veel gesprekken met mbo-instellingen. De uitdaging is om erachter te komen hoe je ze in beweging brengt. Dit doe ik door zo open mogelijk het gesprek te voeren. Waar lopen ze tegenaan bij het uitvoeren van het stagepact? En waarbij hebben ze hulp nodig? Ik probeer niet te oordelen, maar me juist hulpgericht op te stellen. Dat is voor mij heel leerzaam. In eerdere rollen moest ik juist strak sturen op de uitvoering van de wet.’