Acht openhartige antwoorden van Maarten Schurink, secretaris-generaal bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Voor een SG ben je relatief jong. Ervaar je daar voor- of nadelen van?
‘Het grootste nadeel is dat je leeftijd voortschrijdt, daar hoef je verder niets voor te doen. Wat ik wel ervaar is dat het belangrijk is een goed evenwicht te bereiken tussen werk en privé. Ik heb drie kinderen van 7, 9 en 12 jaar. Daar is dit werk eigenlijk niet op ingericht. Ik zorg er daarom voor dat ik elke ochtend boterhammen met ze smeer. Voor die tijd ga ik niet weg.
Specifieke voordelen zie ik niet zo. Wellicht dat mijn generatie wat minder is opgegroeid met het idee dat de baas altijd gelijk heeft en dat ik daarom niet gevoelig ben voor hiërarchie. Maar dat kan ook mijn inborst zijn. Ik houd niet van ja-knikkers.’
Hoe zorg je ervoor dat jouw medewerkers tegengas geven?
‘Ik daag mensen graag uit om gelegenheid en ruimte te nemen. Bijvoorbeeld door ze in een andere ruimte te zetten dan ze gewend zijn. Vergaderen met de bestuursraad gebeurt aan een statafel met de deur open, we maken gebruik van scrum om sneller te kunnen schakelen en er staat een ‘garage’ op de planning. Bij de SVB heb ik Garage De Bedoeling ingevoerd waar collega’s van diverse organisatieonderdelen op een informele manier bij elkaar komen om dilemma’s op te lossen. Een onbedoeld effect van een wetswijziging bijvoorbeeld. De collega’s zijn de
monteurs en vormen met elkaar een multidisciplinair team. Alle deskundigheid komt op deze manier samen.
Dat zou hier ook goed werken. Er is bij het Rijk nu nog best veel verkokering. Ook probeer ik de feedbackloop korter te maken, bij een gemeente is feedback van burgers heel direct, en ik probeer “buiten binnen te halen”. Mijn eerste honderd dagen als SG heb ik honderd
werkbezoeken gedaan binnen en buiten het ministerie om een goed beeld te krijgen van wat er speelt. Ook heb ik stage gelopen bij de beveiliging: ik wil altijd weten hoe het echt gaat.’
Wat was de afgelopen twee jaar het grootste dilemma waar je zelf mee te maken kreeg?
‘De keuze om deze baan te aanvaarden. De functie leek me fantastisch, maar ik voelde me ook sterk verbonden met de opgave waarmee ik bij de SVB al twee jaar bezig was en met de mensen bij de SVB. Door dit in alle openheid met de directe collega’s bij de SVB te bespreken
kwam ik tot de conclusie dat ik de overstap moest maken en hebben we er samen voor gezorgd dat de ingezette agenda werd voortgezet.’
Ict is een belangrijk onderwerp op jouw agenda. Ervaar je problemen rond ict als iets waar je graag je tanden in zet of als kopzorg?
‘Informatie is een belangrijk middel om maatschappelijk effect te bereiken. De ict waar we bij BZK voor verantwoordelijk zijn, zoals DigiD en de berichtenbox van de overheid, daar draait Nederland op. Natuurlijk zijn er behoorlijke missers geweest bij de overheid, maar uit onderzoek blijkt dat de overheid en het bedrijfsleven het net zo goed of slecht doen bij ict-projecten. Al is het bij de overheid in grotere mate zonde van het geld, omdat het om belastinggeld gaat. De samenleving vraagt van ons om het beter te doen dan nu, zowel vanwege het geld als vanwege gebruiksvriendelijkheid.’
Je zet je in voor een integrale aanpak tussen ministeries?
‘Toen ik gemeentesecretaris was in Utrecht en Dordrecht was ik al veel bezig met ontkokering. Bij burgers speelt vaak veel tegelijk: ze zijn bijvoorbeeld én ziek én hebben schulden. Dat vraagt om een integrale aanpak. Ook bij de Rijksoverheid gaan veel onderwerpen over de grenzen van ministeries heen. Zaken die we met elkaar moeten regelen, dat is ook de ambitie van het SGO.
De totstandkoming van het klimaatakkoord waarbij met verschillende tafels is gewerkt, is daar een positief voorbeeld van. Net als NL Digibeter. Met deze interdepartementale digitale agenda geven we samen de inhoudelijke richting aan bij de digitalisering van openbaar bestuur. Het was
veel werk, maar het kan dus wel.’
Uit wat voor nest kom je?
‘Een mix van Nijmeegs katholicisme en Zeeuws protestantisme, waardoor ik het belang heb mee gekregen om van het leven te genieten, en om “te werken in het zweet des aanschijns”. Ook het belang van de publieke zaak is er met de paplepel in gegoten. Mijn vader is jarenlang gemeentesecretaris geweest, er kwamen dus altijd wel burgemeesters en wethouders over de vloer.’
Hoe ontspan je?
‘Ik probeer de weekenden zoveel mogelijk vrij te houden van werk, al kan dat niet altijd. Ik ben coach van het voetbalteam van mijn zoon en sta op zaterdag langs de lijn. Zaterdagavond brengen we vaak met vrienden door en op zondagochtend stap ik op mijn racefiets.’
Waar droom je van?
‘Qua werk van een overheid waar grenzen er niet toe doen en waar de maatschappelijke opgave centraal staat. En privé: hoe mijn kinderen
zullen zijn als ze later groot zijn. Ik probeer ze te leren hun eigen verantwoordelijkheid te nemen, aardig te zijn en voor anderen op te komen.’