Acht openhartige antwoorden van Anneke van Dijk, directeur-generaal Migratie bij het ministerie van Justitie en Veiligheid

Over migratie heeft bijna iedereen een mening. Vertel je nog wel graag over je werk op feestjes?

‘Vaak krijg ik een meewarige blik en zeggen mensen: “Fijn dat er iemand is, die dit wil doen.” Het maatschappelijk debat lijkt soms beheerst te worden door de uitersten: “grenzen dicht” en “iedereen mag blijven”. In praktijk spreek ik meestal mensen met genuanceerde opvattingen. Ik vond het wel lastig toen een Iraanse huisgenoot van mijn zoon vroeg: “had ik van jou mogen blijven?” Dan wordt het abstracte persoonlijk.

Hij had het idee dat het beleid was veranderd sinds hij met zijn ouders naar Nederland kwam toen hij jong was, en vond Nederland nu een minder open land. Opvallend, want de gronden voor asiel zijn sindsdien niet veranderd. Tegelijkertijd begrijp ik goed het gevoel minder welkom te zijn, door de heftigheid van het debat. En ook door de praktijk. Het is denk ik toch makkelijker om aan een baan te komen in Nederland als je Anneke van Dijk heet, dan wanneer je een Iraanse naam hebt.’

Wat kreeg jij van huis uit mee?

‘Verantwoordelijkheid, bescheidenheid en optimisme. Ik ben de oudste, maar ben niet als oudste geboren. Mijn oudste broer overleed toen hij zeven jaar was, nadat hij voor de deur door een auto werd geschept. Ik was toen vier jaar oud en herinner het me niet. Natuurlijk speelde daardoor verdriet een rol in het gezin, maar dat heeft niet op mij gedrukt. Mijn ouders gingen door en richten zich op de toekomst.

Het was vaak druk in huis – mijn moeder was uitgesproken gastvrij –, mijn vader werkte hard, was actief in de kerk en de vakbond. En ook mijn moeder vond naast de zorg voor haar gezin met vijf kinderen de tijd voor maatschappelijke activiteiten. Wat ik achteraf knap vind, is dat ze mij en mijn vier jongere broers ook nooit het gevoel hebben gegeven dat we extra voorzichtig moesten zijn. We kregen alle vrijheid.’

Naast rechten studeerde je andragologie?

‘In de andragologie (gericht op de vorming van volwassenen) staat de multidisciplinaire aanpak centraal. Misschien dat ik daardoor niet bekend sta als een typische jurist. Dat verbeeld ik me althans. De werkelijkheid is veelkleurig. Ik vind het belangrijk me dat altijd te realiseren en open te staan voor andere perspectieven dan de mijne. Alleen een zebrapad is zwart/wit. Aan de muur in mijn werkkamer hangt dan ook het gedicht van K. Schippers: “Als je goed om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd is.”’

Waar lig je wakker van?

'De manier waarop collega’s of ambtenaren in het algemeen in de  media soms afgeschilderd worden, zonder dat hen iets is gevraagd en zonder dat je als ambtenaar openlijk weerwoord kunt geven. Natuurlijk worden er fouten gemaakt, daar moeten we open over zijn en niet te ingewikkeld over doen. Maar dat er openlijk aan onze integriteit getwijfeld wordt, vind ik lastig. Het is dan fijn als iemand voor het ambtelijk apparaat gaat staan, zoals minister Grapperhaus deed tijdens de begrotingsbehandeling dit jaar.’

Wat heb je echt moeten leren?

‘Hoewel ik zelf graag mensen help, dacht ik lang “ik houd niet van zeuren en los mijn eigen problemen wel op”. Als jonge moeder zat ik bijvoorbeeld vaak met een huis vol kinderen. Dat vond ik geen probleem, maar ik vroeg zelden zelf aan een andere ouder voor mijn kinderen te zorgen als mij dat goed uitkwam.

Toen een paar jaar geleden mijn ouders, die 100 kilometer verderop woonden, ziek werden veranderde dat. Ik wilde er graag elke week ook op een doordeweekse dag naartoe en mijn collega’s waren direct bereid om te helpen om dat mogelijk te maken. Ik realiseerde me toen pas dat het eigenlijk niet zo’n goede eigenschap is om alles zelf te willen oplossen. Als je je problemen niet deelt, ontneem je de ander de mogelijkheid je te helpen en jezelf de mogelijkheid geholpen te worden.’

Wat is voor jou een dilemma?

‘Ik vind het soms een worsteling om een goede balans te vinden tussen werk en ontspanning. Als je naar mijn gemaakte uren per week kijkt, ben ik de laatste jaren per uur steeds minder gaan verdienen. De voortdurende beschikbaarheid dankzij bijvoorbeeld Whatsapp helpt niet mee. Tegenwoordig zet ik de telefoon daarom tussen 22.00 en 07.00 uur op “niet storen”. Ik hoor en zie dan geen binnenkomende berichten.’

Hoe kom je tot rust?

‘Het ontspant me om naar huis te fietsen na een werkdag en vervolgens te koken. Als ik een prei snijd, kom ik tot rust. Daarnaast zing ik elke week in een koor. Verder kom ik graag buiten en vind ik yoga ontspannend. Overigens kan ik ook heel goed uit het raam kijken en nergens aan denken.’

Je wordt DG Rechtspleging en Rechtshandhaving?

‘Het was een lastige afweging. Het is bepaald niet mijn gewoonte zo snel van baan te wisselen. Ik verbind me aan mensen en aan het werk. Op het directoraat-generaal Migratie wordt elke dag met hart en ziel gewerkt, er is veel kennis en kunde aanwezig en de collegialiteit is groot. Bovendien is het beleidsterrein van wezenlijk maatschappelijk belang en kan het elke dag op warme belangstelling van de politiek en samenleving rekenen. Tegelijkertijd sluit het beleidsterrein van DGRR helemaal aan bij mijn kennis en ervaring. Het is een prachtige plek met weer nieuwe mogelijkheden. Ik heb dan ook veel zin in mijn nieuwe baan.’