Veel maatschappelijke uitdagingen van nu – zoals klimaatverandering en de Brexit – kun je alleen in internationaal perspectief bezien. Wat betekent dat voor ons publieke leiderschap? Twee collega’s vertellen.

Internationale belangstelling zat er altijd al in bij Anita van den Ende, directeur Financiële Markten bij Financiën. Als twaalfjarige ballerina ging ze op uitwisselingsoptreden in Frankrijk en tijdens haar studententijd studeerde ze in Noorwegen en Schotland, en was ze bestuurslid van het Erasmus Student Network. ‘Ik ben nog altijd geïnteresseerd in de aanpak van andere landen en wat we daarvan in Nederland kunnen leren’, vertelt Anita. ‘En ik vind het leuk om internationaal betrokken te zijn en mensen uit andere culturen te ontmoeten.’

Ook bij Birgitta Westgren zit de liefde voor een internationaal werkveld diep, niet voor niets studeerde zij Economie met afstudeerrichting Europese Integratie. ‘Als tiener ging ik naar New York om naar de Verenigde Naties te gaan. Het heeft me altijd gefascineerd: één gebouw waar letterlijk de hele wereld bij elkaar komt om afspraken te maken over hoe we dingen kunnen verbeteren.’

Al snel ontstond de vibe: 'hier moet het gebeuren'

Luisteren

Onlangs, als directeur Klimaat, maakte Birgitta zo’n zelfde situatie mee op de VN-klimaattop in Katowice. ‘De klimaattop Polen vond ik overweldigend en mooi. We hebben met de wereld geconstateerd dat we een probleem hebben en hebben ons in Katowice daarom samen in een gebouw “op laten sluiten” om het probleem op te lossen. Ik geloof ook dat dit de enige manier is. We moeten het met elkaar doen. Bij elkaar gaan zitten dwingt je om naar elkaar te blijven luisteren. Je kunt wel blijven uitleggen waarom jij het beste idee hebt, maar dat werkt dus niet. Je moet met elkaar op zoek naar een oplossing die voor iedereen gaat werken.

Lastig, zeker in zo’n omgeving als de klimaattop, waar alle kleuren van de regenboog bij elkaar komen. Maar ook mooi: al snel ontstond de vibe: “hier moet het gebeuren”. Dat inspireert mij ongelofelijk.’

Verbinden van belangen

Birgitta’s directie voert overleg op alle niveaus: mondiaal, Europees, nationaal, en regionaal. ‘En dat is allemaal relevant. Al met al is denk ik 40 procent van mijn werk internationaal. In de afgelopen tijd is er bijvoorbeeld veel overleg gevoerd in het kader van de langetermijnstrategie voor het klimaatbeleid van de Europese Commissie. Om in Brussel iets te bereiken moest ik ook veel bilateraal overleg voeren. De Brexit maakt het overleg complexer. Het Verenigd Koninkrijk was een gelijkgestemde partner in een ambitieuzer klimaatbeleid. Ik ben benieuwd naar hoe het verder gaat.’

Internationaal overleg

Ook Anita’s vakgebied is steeds internationaler, mede door technologische ontwikkelingen en de financiële crisis. ‘Natuurlijk kun je veel zaken  nationaal regelen, maar bijvoorbeeld digitalisering trekt zich niets van landsgrenzen aan. Je kunt wanneer je wilt morgen je spaargeld in Roemenië stallen of een verzekering in Frankrijk afsluiten. Het is een ingewikkeld speelveld waarin veel partijen belangen hebben: het IMF, de Wereldbank, de OESO, de ECB, de Europese Investeringsbank, de Autoriteit Financiële Markten, De Nederlandsche Bank, en natuurlijk ons departement. Dat vergt flink wat internationaal overleg. Niet alleen bilateraal en in Brussel, ook wereldwijd. Bijvoorbeeld in de Financial Stability Board.

Daarin proberen we met elkaar kwetsbaarheden in het wereldwijde financiële systeem vroegtijdig op te sporen en indien nodig aan te pakken. Na de crisis zijn bijvoorbeeld de zogeheten “schaduwbanken” gegroeid : partijen die buiten het reguliere bankwezen om werken, vaak met veel kapitaal. Dat kan voordelen bieden, maar het fenomeen brengt ook systeemrisico’s mee, wanneer het erg groot wordt.’

Begrip

Wat vraagt leiderschap in internationaal perspectief? Anita: ‘Voor mij is dat weten hoe je coalities smeedt, terwijl je ook snapt wat de positie van jouw counterpart in het andere land is. Wat mij bijvoorbeeld opvalt, is dat in veel andere landen er minder arbeidsmobiliteit is dan bij ons. Dat betekent dat mensen soms wel dertig jaar binnen één vakgebied werken. Zij hebben dus vanzelfsprekend meer inhoudelijke kennis dan jij en dat is een uitdaging. Wil je serieus mee kunnen praten, dan moet je inhoudelijk goed beslagen ten ijs komen. Tegelijkertijd heb ik veel aan mijn basishouding:
nieuwsgierig zijn naar waaróm iemand vindt wat hij of zij vindt. Mensen zijn het niet met je oneens om jou te pesten, maar omdat ze een ander perspectief hebben. Meer begrip maakt het makkelijker om te kijken waar je het wél over eens kunt worden.’

Birgitta herkent dat: ‘Ik heb met grotere cultuurverschillen te maken dan wanneer je in je eigen straat een probleem op wilt lossen. Tegelijkertijd  gaat het steeds om het verbinden van alle belangen – net als in een “gewoon” overleg.’

Persoonlijke dilemma’s

Ook persoonlijke dilemma’s krijgen een internationaler perspectief als het werkveld globaliseert, vertelt Anita. ‘Tijdens het programma Leadership in a Globalised Arena van Bureau ABD sprak ik hierover met mijn Amerikaanse tegenhanger, bij het Department of the Treasury. Hoe blijf je bijvoorbeeld loyaal aan je regering en president en zorg je tegelijkertijd vanuit je persoonlijke integriteit voor een steeds beter financieel systeem?’

Multidisciplinair

Birgitta benadrukt dat ze in verband met de klimaatopgave nog veel meer dan vroeger, multidisciplinair is gaan denken. ‘Het klimaat kent letterlijk geen grenzen. Dat betekent dat je samen moet nadenken over een internationale klimaatstrategie. Dat heeft allerlei effecten op verschillende onderdelen van onze maatschappij. Op de landbouw, de energie- voorziening, maar op ook de gebouwde omgeving, de industrie, mobiliteit: sectoren die allemaal vertegenwoordigd zijn aan de zogeheten klimaattafels.’

Verbindend leiderschap

Birgitta vat samen wat leiderschap in een internationale context vraagt: ‘Een bredere blik, je goed kunnen verplaatsen in de ander, luisteren naar wat hij of zij nodig heeft, en een multidisciplinaire blik. Niet eens zoveel anders dan bij een niet-internationale baan, dus.’ Verbinding blijft het  sleutelwoord, of het nu gaat om een overleg in de VN of binnen de OESO.