Opgavegericht werken. Dat we het moeten doen is duidelijk, hoe is een heel ander verhaal. De Public-value-theorie van Harvard-professor Mark Moore biedt handvatten.
De theorie van Mark Moore in een notendop? De drie strategische pijlers Publieke toegevoegde waarde, Legitimiteit & ondersteuning en Operationele capaciteit moeten met elkaar in evenwicht zijn. Je moet met andere woorden duidelijk voor ogen hebben welke maatschappelijke meerwaarde je wilt creëren, steun hebben vanuit wet- en regelgeving en voldoende capaciteit mobiliseren om te kunnen waarmaken wat je wilt bereiken. Simpel? Verre van. Te beginnen is het knap lastig om vast te stellen wat je nu eigenlijk wilt bereiken. Als het om de aanpak van huiselijk geweld gaat, zijn wij bijvoorbeeld gewend ons doelgericht bezig te houden met vrouwen te beschermen tegen mishandeling. Moore is van een bredere focus: ‘Wat moeten we doen als we families willen beschermen? Je kunt je er bijvoorbeeld ook op concentreren de privérelaties tussen mannen en vrouwen te verbeteren.’
Burgers betrekken
De New-public-managementbeweging uit de jaren tachtig spoorde overheidsmanagers aan de burger als klant te zien. Dat is volgens Moore verkeerd. 'Het gaat er niet om dat burgers blij zijn met wat de overheid hun als individu biedt, maar dat ze eerlijk en billijk behandeld worden en dat ze krijgen wat rechtmatig is. Het doel van de overheid is niet om een individu blij te maken, maar om via een democratisch proces toegevoegde waarde voor de maatschappij te creëren.’ De burger kan wat hem betreft wel een zetje gebruiken. ‘Ambtenaren moeten de burger helpen om meer in het algemeen belang te denken: aan welke sociaal gewenste uitkomsten hebben we allemaal wat? Dat betekent in Nederland onder meer dat de burgers het belang van polderen weer in moeten zien.’
Goed gesocialiseerd
Moore verzorgde in mei verschillende masterclasses voor Bureau ABD en de ministeries JenV en BZK. Wat is zijn indruk van de Nederlandse topambtenaren? Kunnen wij het: publieke toegevoegde waarde creëren? ‘Mijn algemene indruk is dat veel ABD’ers hier al mee bezig zijn. De vraag is nu, wie ze mee krijgen. Het grote voordeel van Nederland ten opzichte van andere landen is dat je hier burgers hebt die al vanuit een breder perspectief denken.’ Waarom hij dat denkt? ‘Ik doe vaak een oefening tijdens mijn masterclasses waarbij drie individuen zich elk in hun eigen rol moeten inleven: die van crimineel, die van belastingbetaler en die van politieagent op een bureau. Nederlanders breekt het zweet uit als ze zich strikt aan hun eigen rol moeten houden. De criminelen vinden het redelijk dat ze een straf moeten krijgen en de belastingbetaler vindt het logisch dat hij meebetaalt aan goede voorzieningen op het politiebureau.’ Lachend: ‘jullie zijn goed gesocialiseerd. Bij een Amerikaan breekt hem juist het zweet uit als hij zich moet inleven in een andere rol.’
Verbeelding en lef
Moore gaat al heel wat jaren mee. Zijn eerste boek over het creëren van publieke toegevoegde waarde verscheen in 1995. Wat is het beste voorbeeld dat hij sindsdien is tegengekomen? ‘Er is geen beste voorbeeld. Maar de manier waarop de politiechef van Baltimore zijn politiebureau omvormde, nadat hij te maken kreeg met twee moorden in zijn district is wel heel aansprekend. Deze chef kreeg een zak geld om orde op zaken te stellen, maar kwam er al snel achter dat dit niet nodig was. Het politiebureau liep al op rolletjes. Hij besloot het geld te gebruiken om het echte probleem aan te pakken: het gevoel van onveiligheid dat burgers hadden. Nu richt het politiebureau zich, samen met de gemeenschap, op de aanpak van bredere onderliggende problemen. Die omvorming vroeg verbeelding, toewijding, goed management en lef.’ Het overal ter wereld helpen van topambtenaren met het creëren van publieke toegevoegde is zijn levenswerk geworden. ‘Ik wil ze helpen hun werk met meer zelfvertrouwen en spirit te doen. ABD’ers hebben een enorm moeilijke baan en worden in mijn ogen ondergewaardeerd. Zeker in deze tijd zijn er bovendien behoorlijk wat problemen in de publieke sector die ontzettend moeilijk op te lossen zijn.’ Hoewel hij inmiddels 72 jaar is, is hij dan ook niet van plan met zijn werk te stoppen.
‘Contact met burgers zorgt ook voor zingeving in je werk’
Barbara Perels-Verbeek
Afdelingshoofd Integrale Veiligheid bij JenV
‘De buitenwereld verandert en wij moeten als overheid mee veranderen. Het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving zet daarom stappen op het gebied van ontwikkelen, mobiliteit, cultuur en de aanpak van ziekteverzuim en, net zoals de andere ministeries, opgavegericht werken. De Publicvalue-theorie van Moore kan daarbij helpen. Zijn strategische pijlers maken ook onderdeel uit van ons strategisch ontwikkelprogramma JenV verandert. Moore leert je vanuit andere waarden naar een probleem te kijken, zodat je aanpak verandert. Dat heeft me wel aan het denken gezet over de discussie rond het wel of niet bewapenen van buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s). De BOA’s voelen zich niet gehoord en gezien in deze institutionele discussie. En de vraag wat de maatschappij nodig heeft, staat er nog verder vanaf. Ook realiseerde ik me dat het belang van in contact
komen met burgers ook erg raakt aan zingeving vinden in je werk. Bij het ministerie zetten we ons in voor een veiliger Nederland, maar “het echte werk” wordt op straat gedaan. Het is fijn om door als ambtenaar met burgers te praten en de onbevangen vraag te stellen “wat kan ik voor jou betekenen”, dat tastbaarder te maken.’