De klimaatopgave is dan misschien wel de grootste maatschappelijke opgave van onze tijd, ABD’ers Sandor Gaastra (EZK) en Ferdi Licher (BZK) zien het liever als een behapbare uitdaging.
Leiderschap is een cruciale factor in het behalen van de klimaatdoelen. Een zware taak voor de topambtenaar? Sandor Gaastra, DG Klimaat en Energie, zegt niet zo van superlatieven te houden als ‘de grootse uitdaging van onze tijd’. ‘Het is een fikse uitdaging. Maar ik zie het liever in normale proporties, zodat je het gevoel houdt dat het gaat lukken. Wanneer je de opgave te ver opblaast, leidt het tot moedeloosheid of zelfs weerstand.’ Ferdi Licher valt hem bij: ‘Brede schouders? Helemaal niet nodig. Ik voel me juist heel comfortabel onder de opgave. Natuurlijk, het is een grote opdracht, maar we hebben zo’n goed team dat ik me er prima bij voel.’
Haalbaar en betaalbaar
Ferdi is als directeur Bouwen en Energie verantwoordelijk voor verduurzaming van de Nederlandse woningvoorraad en geeft aan dat ook hij heeft nagedacht over de vraag wat nu, naast de goede aanpak, het goede verhaal hierover is. ‘Moeten we nu praten over de “grootste maatschappelijke opgave van de eeuw” of schrikt dat misschien juist af? We zijn er gaandeweg achter gekomen dat we het verhaal echt anders moeten vertellen, en het ook anders moeten gaan aanpakken: meer geleidelijk, zodat het voor iedereen behapbaar wordt. Daarom zijn we verder gegaan onder het motto “haalbaar en betaalbaar”. Daarmee willen we zeggen: ‘Het verduurzamen van uw woning kan op het moment dat het jou schikt. Bijvoorbeeld als je verhuist. Ondertussen kun je natuurlijk wel gewoon de maatregelen nemen waarmee je nu al energie kunt besparen. Dat merk je dan ook meteen in je portemonnee.’
Mainstreaming
Sandor vervolgt: ‘Dit is een opgave die je alleen kunt realiseren als je heel veel schouders weet te organiseren. En dat is eigenlijk wat ik de hele tijd aan het doen ben. Het lukt alleen als iedereen meehelpt. Ik gebruik daar weleens het woord mainstreaming voor. Daarmee bedoel ik dat we overal binnen het Rijk rekening moeten houden met de gevolgen van ons beleid voor het klimaat. Wanneer mijn collega Focco Vijselaar dat doet met het industriebeleid, of Ferdi wat betreft de woningbouw, is dat veel effectiever dan wanneer ik hiervandaan als DG Klimaat en Energie ga roepen: “jongens, houden jullie rekening met het klimaat?!”
Draagvlak
Het bereiken van genoeg draagvlak, niet alleen binnen het Rijk, maar binnen de gehele samenleving, is volgens Sandor cruciaal. ‘Voor mij is het dilemma hierbij: Hoe houd je de vaart erin zonder draagvlak te verliezen? Er zijn partijen die het niet snel genoeg gaat. Maar er zijn er nog meer die zeggen: gun ons de tijd om deze transitie echt dóór te maken. Daarin moet je een compromis vinden. Duitsland maakte kort geleden enorm tempo in het afschaffen van nucleaire energie en dat heeft een financiële impact op de energieprijs én op de openbare ruimte. Half Duitsland komt vol te staan met nieuwe hoogspanningskabels, waar mensen fel op tegen zijn. En in Frankrijk was de verhoging van de benzineprijs de directe aanleiding voor de gele-hesjesbeweging. Dat heeft meegespeeld in onze nieuwe EZK-visie, waarin nu voor het eerst het woord “rechtvaardig” voorkomt. Dat symboliseert ons oprechte gevoel dat we de klimaattransitie niet kunnen maken zonder een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten. Niet iedereen heeft geld voor een elektrische auto of een berg spaargeld om zijn woning te verduurzamen. We zullen dus op zoek moeten naar rechtvaardige beleidsinstrumenten.’
Rechtvaardigheid
Ferdi wijst daar eveneens op. ‘Rechtvaardigheid is belangrijk. Is het nou fair om degene die in een slecht geïsoleerde woning leeft met een laag inkomen, een nog hogere energierekening te bezorgen? Natuurlijk is het effectief om een prikkel in te bouwen, maar als je geen keuze of geld hebt? Dan voelt dat oneerlijk. Het leiderschap in deze transitie gaat sterk over balanceren: knapt het draadje niet? We moeten voorkomen dat er weerstand ontstaat, omdat we te snel gaan, het te duur wordt. Of doordat we onvoldoende doordacht te werk gaan. We moeten dus heel zorgvuldig zijn in wat we doen, en goed kunnen uitleggen waaróm we het doen en waarom op die plek. De kunst is er iets van te maken dat van de mensen en hun buurt zelf is, ook als het een collectieve aanpak is. Je gaat niet de wijk in om te zeggen: “we komen hier even het gas weghalen.” Je zult de mensen mee moeten krijgen, en dat kan alleen als mensen zelf zien dat ze er ook op vooruitgaan.’
Frustraties uitwisselen
Voor zowel Ferdi als Sandor is het creëren van coalities onmisbaar voor het behalen van de klimaatdoelen. ‘De vraag is steeds hoe je nu die coalitie opbouwt’, zegt Sandor, ‘en hoe je meer mensen meekrijgt. Hoe voorkom je dat je alléén – en dus ineffectief – aan de slag gaat? Je moet het immers samen doen. Dat is de clou van mijn leiderschap hierin, en niet alleen van het mijne. Van mijn collega-DG’s hoor ik dat zij – net als ik – nog nooit zo intensief en constructief hebben samengewerkt als nu. We helpen elkaar om succesvol te zijn in het eigen dossier. Dat doen we met korte lijnen met verschillende collega’s – bijvoorbeeld Marjolijn Sonnema, Chris Kuijpers, Focco Vijselaar en, tot voor kort, Mark Frequin. We hebben het afgelopen jaar, in de aanloop naar het Klimaatakkoord, heel wat frustraties uitgewisseld, maar vooral bemoedigingen. En het helpt gewoon als je elkaar gemakkelijk weet te vinden.’
Humor en persoonlijke aandacht
Ferdi voegt toe: ‘Een coalitie bouwen betekent ook: je partners serieus nemen. Toen de coalitiepartijen in de laatste fase wijzigingen voorstelden in de tekst van het Klimaatakkoord heb ik iedereen van de tafel Gebouwde omgeving persoonlijk gebeld om toe te lichten wat de achtergrond was van die voorstellen, welke zorgen er leefden in de coalitie en op welke manier je de voorstellen volgens mij zou kunnen aanpassen. Die openheid heeft het vertrouwen tussen Rijk en maatschappelijke stakeholders versterkt. Ook daar geldt: “je drukt het er niet door, maar doet het sámen, juist ook als het spannend wordt”. Een beetje humor en persoonlijke aandacht helpen daarbij enorm!’
Instant communicatie
De spreekwoordelijke korte lijnen, zowel met ‘de buitenwereld’ als binnen het departement, helpen ook Ferdi in zijn werk. ‘De minister en DG zijn rechtstreeks bereikbaar. Ik kan binnen vijf minuten mijn mandaat ophalen. We doen voorbesprekingen en terugkoppelingen met alle betrokken medewerkers erbij. Zodat iedereen inzicht krijgt in de strategische afwegingen, dezelfde informatie heeft en ook inbreng kan leveren. Dat gebeurt op vaste momenten in de week, maar ook vaak op afroep. Zo werken we heel snel en effectief. Daar ben ik trots op. Zo’n werkwijze vergt flexibiliteit, maar het geeft ook veel energie. Het Klimaatakkoord was in dat opzicht een unieke ervaring: anderhalf jaar lang heel intensief werken, heel dicht op de politiek, midden in het maatschappelijke krachtenveld. Het was geweldig ook om het teamwork en de enorme loyaliteit van onze medewerkers te zien, die keer op keer weer in staat bleken hoge kwaliteit te leveren en de deadlines te halen en die daarvoor weekeinden en soms tot diep in de nacht doorwerkten. Die onbaatzuchtigheid heeft mij op momenten diep ontroerd.’
Open zijn
De dialoog met burgers, belangenorganisaties en bedrijven, die voor de coalitievorming noodzaak is, vindt Sandor soms ingewikkeld. ‘Je wilt er graag zo open mogelijk in gaan, tegelijkertijd moet je ook aangeven binnen welke grenzen er nog keuzes gemaakt kunnen worden. Als je afziet van fossiele energie, zijn er niet heel veel andere opties. En als je de samenleving elektrificeert, ontkom je niet aan zwaardere elektriciteitsnetten, met meer hoogspanningsmasten en kabels. Niemand vindt dat mooi, maar je kunt het dan nog wél hebben over de minst lelijke oplossing. En de overheid moet hierin de afweging maken tussen kosten en maatschappelijke acceptatie. Niet overal kunnen de hoogspanningsleidingen onder de grond – ook technisch niet, trouwens. Dus waar doe je het wél ondergronds? In de bebouwde kom of juist in de weilanden? Daarover kun je in gesprek gaan.’ Ferdi: ‘De transitie gaat veel geld kosten. Tegelijkertijd wil je, zoals we eerder al noemden, een rechtvaardige verdeling van lusten en lasten. Kloppen de rekensommen die wij in die verdeling maken? Kunnen we waarmaken wat we beloven? Dat zijn vragen waarvan ik weleens wakker lig.’
Het nieuwe normaal
In de samenwerking tussen overheden, de private sector en burgers hopen Sandor en Ferdi ook op een geleidelijk aan veranderende kijk op duurzaamheid, die feitelijk neerkomt op maatschappelijke acceptatie van een nieuwe realiteit. Dat kan zorgen voor meer draagvlak voor de klimaatmaatregelen. Ferdi: ‘Net zo goed als we het tegenwoordig heel normaal vinden dat op elke menukaart aandacht is voor vegetarische en veganistische opties en eventuele voedselallergieën, wordt duurzaamheid in de toekomst vanzelfsprekend. Dat is dan “het nieuwe normaal”.’