Acht openhartige antwoorden van Bas van den Dungen, directeur-generaal Curatieve Zorg bij het ministerie van VWS.
Wat kreeg je van huis uit mee?
‘Ik groeide op in Venlo. Mijn vader was daar als “ontvanger van de belastingen” vanuit de Achterhoek via Zeeland terechtgekomen. In Limburg zeggen ze al gauw: “kump waal”, voor mij spreekt daar een soort gelatenheid uit. Thuis leerde ik iets anders: “neem het heft in eigen handen”. Daar komt mijn actiegerichtheid en gedrevenheid vandaan. Wat ik ook leerde: “wees een beetje lief voor elkaar”. Verder kreeg ik de interesse voor de maatschappij en de rol van de rijksoverheid met de paplepel ingegoten. Er werd bij ons thuis heel wat gediscussieerd, vooral over politiek.’
Wat wilde je als kind worden?
‘Profvoetballer bij VVV. In mijn latere pupillentijd werd, ondanks een proeftraining bij deze eredivisieclub uit Venlo, me wel duidelijk dat ik daarvoor niet in de wieg ben gelegd. Voetbal is me wel altijd blijven interesseren. Mijn broers waren voor Ajax, uit recalcitrantie koos ik voor Feyenoord. Want in Limburg mag je, naast fan van de regionale club, ook aanhanger zijn van een club die wél kampioen kan worden.’
Waarvan leerde je tot nu toe het meeste in je loopbaan?
‘Dat vind ik lastig te beantwoorden. Je leert natuurlijk overal veel. Bij Financiën mocht ik me als jonge ambtenaar al snel met veel dingen bemoeien. Bij de Landelijke vereniging voor Thuiszorg (een voorloper van ActiZ) leerde ik hoe belangrijk het is om je verhaal op orde te hebben. Aangezien je bij een brancheorganisatie geen enkele machtspositie hebt, maar je positie moet verdiénen. Zowel ten opzichte van je leden als bij de overheid. Bij Kentalis leerde ik wat het betekent om de verantwoordelijkheid voor 4.500 medewerkers te hebben. Maar vooral leerde ik daar dat je met kleine ingrepen een groot verschil kunt maken. Bijvoorbeeld in het leven van de cliënten.’
Wat is je grootste dilemma?
‘Er komen steeds meer geneesmiddelen op de markt die grote potentie hebben, maar waarvan de effectiviteit nog niet aangetoond is. Vaak gaat het om dure middelen, die bestemd zijn voor kleine groepen patiënten. Beleidsmatig kun je dus uitstekend uitleggen waarom we deze middelen nog niet vergoeden. Tegelijkertijd zie je dat je sommige patiënten hun hoop op genezing ontneemt. Je zult die zeldzame ziekte maar hebben!’
Wat was je grootste succes en wat was je grootste mislukking?
‘Afgelopen jaar hebben we met het sluiten van zorgakkoorden tussen overheid, zorgverzekeraars en zorgverleners, een mooie inhoudelijke agenda opgesteld en miljarden bespaard op de zorgkosten. Het was geen gemakkelijke opgave om alle partijen bij elkaar te krijgen. Ik ben er trots op dat dit gelukt is. Daarbij heb ik mijn talent goed kunnen gebruiken: ik ben denk ik een echte bruggenbouwer. Ik vind het belangrijk om oprechte interesse in je gesprekspartner te hebben. Wat heeft hij nodig? Begrijpen we elkaars positie en probleem? Waar kun je elkaar iets gunnen?’
Wat betreft mijn “mislukking”: dat is een wat zwaar woord, maar het zit me nog steeds dwars dat we vijf jaar geleden de mist ingingen met de voorgenomen aanpassing van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Daarbij gaat het om het selectief inkopen van zorg door zorgverzekeraars. Het hele idee werd door de tegenstanders geframed als “afschaffing van de vrije artsenkeuze” en het is me niet gelukt dat beeld bij te stellen.
Wie inspireert jou?
‘Mensen die het lukt om hun ellende om te zetten in iets moois. Verder weg denk ik dan aan Nelson Mandela, dichter bij huis aan Bas van de Goor. Een oud-topvolleyballer die diabetes heeft en lymfeklierkanker had. Nu helpt hij via zijn eigen stichting diabetes te bestrijden met sport.’
Waar maak je je zorgen over?
‘Het zwart-witdenken in de samenleving. Voor nuance is steeds minder ruimte, maar veel problemen zijn helemaal niet zo zwart-wit. Toch zijn mensen vaak keihard in hun oordeel. En het moet ook altijd iemands schuld zijn. Daar houd ik niet van, dus kom ik weer terug bij wat ik van huis uit meekreeg: neem het heft in eigen handen, je hebt meer zelf in de hand dan je denkt!’
Waar droom je van?
‘Mijn dochter heeft diabetes type 1, dat is de auto-immuun-variant van diabetes en dikke pech dus. Ik droom van een wereld waarin dat te genezen is en zij gerust mag zijn op haar toekomst. Er zijn trouwens veelbelovende ontwikkelingen op dit gebied, dus het is een droom die best uit zou kunnen komen!'