Snel schakelen is een van de belangrijkste eisen tijdens de coronacrisis. Mark Jacobs (SZW) en Karin Morren (UWV) weten er alles van. Zij stampten in één weekeinde een noodmaatregel uit de grond om massale werkloosheid te voorkomen.

Als begin maart de eerste coronamaatregelen van start gaan, heeft dat in no time zijn weerslag op zzp’ers en bedrijven en hun werknemers.Mark Jacobs, plv. directeur Arbeidsverhoudingen bij SZW: ‘Snel na de corona-uitbraak bleek op vrijdag 13 maart dat het aantal aanvragen voor werktijdverkorting explosief toenam. Dat zouden we op de traditionele manier nooit aankunnen. We moestendaarom,met die werkgevers, werknemers en zzp’ers in het achterhoofd, een nieuwe en eenvoudige noodmaatregel vormgeven, als vervanger van de werktijdverkorting.

We hadden niet veel tijd: de zeventiende moest er een brief naar de Tweede Kamer waarin we de regeling op hoofdlijnen moesten uitleggen. Op 15 maart hadden we ons eerste crisisoverleg op het ministerie. Het kader was de bestaande werktijdverkorting, maar dan vervangen door een heel simpele en uitvoerbare regeling. Vanwege de grote aantallen wist ik meteen dat we het UWV erbij nodig zouden hebben.’

Karin Morren, plv. directeur Strategie Beleid en Kenniscentrum bij UWV, was daarom een van de genodigden: ‘Via de achteringang van SZW werden we naar binnen geloodst’, vertelt Karin, ‘en dan zit je opeens op zondagochtend om tien uur met een groepje bij elkaar op het ministerie. Daar hebben we de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) samen in één dag bedacht en op papier gezet.’

Vier keer per dag

Mark en Karin kenden elkaar al twee jaar, maar hadden nog nooit zo intensief samengewerkt. ‘In de afgelopen maand zijn we vaker bij elkaar op bezoek geweest dan in heel 2019’, vertelt Mark. ‘Ik heb veel geleerd van deze intensieve samenwerking en daar ga ik nog veel aan hebben.’ Karin: ‘Besluiten nemen gaat in zo’n grote crisis gemakkelijker en sneller dan normaal. Er wordt minder gewikt en gewogen. En het feit dat je – figuurlijk – dichter bij elkaar zit maakt dat er geen schroom is snel te overleggen. Als er iets is, bellen we even. Momenteel is dat zo’n vier keer per dag. Of Mark komt met zijn team even langs. Ik zou die werkwijze ook graag willen behouden als het leven weer wat minder intensief wordt.’

Keihard werken

De regeling ging op 6 april van start, en met succes. Daarvoor is achter de schermen keihard gewerkt. Mark: ‘We hadden als uitgangspunt dat ondernemers echt snel het geld op hun rekening zouden moeten hebben. Wat daarvoor nodig was? Een team met gemotiveerde mensen, daar begint het mee. Dat bestond uit mensen van het UWV en SZW: de mensen van Financieel-Economische Zaken, de juristen van Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden. En de lijnen met de verantwoordelijke bewindspersonen waren heel kort.’

Karin: ‘Ik had op die zondag al veel contact met de directeuren van onze divisies die ermee te maken kregen: de divisies Gegevensbeheer, Uitkeren en de Klant & Service en Financieel- Economische Zaken. Op zondagavond hebben onze bestuursvoorzitter en de minister de knoop doorgehakt over de uitvoerbaarheid. En op maandag zijn de UWV-mensen in Amsterdam aan de slag gegaan. We werkten een papieren proces uit als back-up, en een digitaal proces als voorkeursoptie. Het digitale proces bleek gelukkig mogelijk.’

Reparaties

‘Heel bijzonder hieraan’, vervolgt Mark, ‘vind ik dat je gelijktijdig een regeling aan het uitwerken én aan het implementeren bent. Dat brengt ook een risico met zich mee. Je legt sneller dingen vast die je bij een langere voorbereidingstijd anders zou hebben gedaan. We hadden bijvoorbeeld verplicht gesteld om een Nederlands bankrekeningnummer op te geven voor de NOW-betaling. Achteraf gaf dat problemen voor ondernemingen met een buitenlands bankrekeningnummer. Bovendien bleek het in strijd met Europese afspraken hierover. Als je van tevoren een zorgvuldig proces doorloopt, heb je dat soort problemen niet. En zo zijn er meer voorbeelden van zaken die we achteraf moeten repareren.’

Team genegeerd

Zowel Karin als Mark hebben ervaren dat het werken onder hoge druk zo zijn voordelen heeft. Mark: ‘Het klinkt misschien gek, maar hoewel dit echt de drukste periode is van mijn werkzame leven, is het tegelijkertijd ook een van de minst stressvolle. Omdat je maar één doel hebt en alle neuzen dezelfde kant op staan. De minister zit onder de knop, en over het budget – tien miljard euro in de eerste ronde – hebben we geen discussies. Met de sociale partners hebben we één of twee rondjes, op het hoogste niveau, en dan zijn we klaar.

Wat ik wél moeilijk vond, is dat ik normaal een team van vijfentwintig mensen heb, met wie ik veel communiceer. Ik moest op een gegeven moment voor mezelf beslissen: ik heb alleen nog maar tijd voor de NOW. Dat betekende dus ook dat ik niet meer reageerde op mails vanuit mijn eigen team. Daarmee heb ik mijn team behoorlijk genegeerd. Maar ik kon gewoon niet allebei doen. Dat vond ik heel lastig, zeker omdat iedereen thuis zat en ik juist meer op kantoor dan normaal.’

Karin heeft een vergelijkbare ervaring: ‘Ik heb een team van vijftien mensen. Een paar teamleden zijn hierbij betrokken, die sprak ik praktisch dag en nacht. En anderen helemaal niet. Daarover voelde ik me schuldig: juist in de rare situatie waarin iedereen thuis zit, kon ik hen niet spreken. Steeds als ik dacht dat ik wel weer tijd had voor wat meer aandacht voor mijn eigen team, kwam er weer wat over de NOW tussendoor. Over die dilemma’s hebben Mark en ik het ook wel: hoe houd je contact, en hoe zorg je ervoor dat jouw teamleden niet ook allemaal in het weekeinde aan het werk zijn?’

In de schijnwerpers

Voor beiden geldt dat hun werk nog nooit zo in de schijnwerpers heeft gestaan als nu. Karin: ‘Laatst was ik te zien in het royaltyprogramma Blauw Bloed, omdat de koning bij het UWV op bezoek kwam. Je merkt dat veel mensen bij het UWV terecht trots zijn op het slagen van deze regeling. Mark: ‘Voor mij is nieuw dat ondernemers uit de buurt me op straat hebben bedankt voor het werk dat ik deed. Dat is me nog nooit overkomen. Voorheen was ik voor hen iemand die in de Haagse ivoren toren werkte, nu zien ze de concrete effecten van het werk dat ik doe.’