Marieke van Wallenburg, DG Overheidsorganisatie BZK, beantwoordt openhartig acht vragen.
Waar groeide je op?
‘Ik kom uit een heel warm Zeeuws gezin en groeide met mijn kleine broertje – inmiddels is hij twee meter – op in een klein dorpje in de buurt van Middelburg. We woonden op vijf minuten fietsen van het strand, dus daar waren we het hele jaar door veel te vinden. Mijn moeder werkte als receptioniste in een ziekenhuis en mijn vader was ambtenaar bij de VROM-inspectie.’
Beiden waren maatschappelijk betrokken, inspireerde je dat?
‘Ik gymde op school in een T-shirt dat ik van mijn vader had gekregen met daarop in een stopbord de tekst Stop zure regen. Dus ik kreeg wel wat mee van thuis. Maar het belang van je inzetten voor de maatschappij, drong pas later echt door tijdens mijn afstudeerstage bij Sociale Zaken. Ik hield me bezig met het onderwerp illegale tewerkstelling en werd gegrepen door de passie van mijn collega’s. Zij wilden echt iets doen aan de afschuwelijke omstandigheden waaronder sommige mensen in bijvoorbeeld de kassen werkten. Ik heb er eerder nooit zo over nagedacht, maar het is eigenlijk wel mooi dat ik me nu als DG OO ook met goed werkgeverschap bezighoud.’
Je was vrij jong toen je voor het eerst een leidinggevende functie kreeg?
‘Ik werkte na mijn studie Algemene Economie negen jaar bij Financiën toen ik via via met Henk de Jong, destijds de directeur van de bestuursdienst bij de gemeente Rotterdam, in aanraking kwam. Het klikte enorm en hij vroeg me al snel leidinggevende te worden bij de gemeente Rotterdam. Vlak voor ik begon werd Henk gevraagd als gemeentesecretaris van Amsterdam, dus toen ik startte kende ik niemand en sprong ik volledig in het diepe. Ik besloot: ik ga het gewoon doen en lukt het niet, dan lukt het niet. Achteraf heeft die houding me veel gebracht en bleek het leidinggeven me goed te liggen. Extra leuk was dat ik ook toen al in Rotterdam woonde: ik zag direct de impact van mijn werk terug. Via het ABD Kandidatenprogramma ben ik uiteindelijk weer teruggekeerd naar het Rijk. Als DG OO komt mijn kennis van hoe het bij een gemeente werkt nog altijd goed van pas.'
Welke gebeurtenis veranderde jouw leiderschap?
‘Na een grote vastgoedfraude rond poppodium Waterfront werd ik als directeur Middelen en Control bij de gemeente Rotterdam opgeroepen als getuige bij de raadenquête. Hoewel ik in de affaire zelf nauwelijks een rol had gehad, zag ik enorm op tegen het verhoor. Het intimideerde me om tegenover een groot gezelschap verantwoording af te moeten leggen voor mijn directie. Ik ben er maanden enorm mee bezig geweest en ik schaamde me er in die tijd voor dat het me allemaal zo raakte. Toen het voorbij was kon ik pas zeggen: ik ben overeind gebleven en heb het goed gedaan. Daardoor realiseerde ik me: als je dingen moeilijk vindt, wil dat niet zeggen dat je ze niet kunt. Daarnaast is het helemaal niet erg als dingen je raken: kwetsbaarheid is ook een kracht. Bovendien zag ik in hoe belangrijk een goede werkgever op zo’n moment is: mijn wethouder gaf me na het verhoor een welkome dikke knuffel. Het is ontzettend belangrijk om praktisch en mentaal achter je mensen te staan.’
Wat is je achilleshiel?
‘Ik vind het lastig als mensen zich groter voordoen dan ze zijn. Het zal de combinatie van het Zeeuwse “Doe maar gewoon” en het Rotterdamse “Niet lullen, maar poetsen” in mij zijn. Ik moest er ook wel aan wennen hoe mensen soms naar een DG opkijken. Daar kan ik niets mee. Maar ik vind het wél leuk als mensen door wat ik doe geïnspireerd raken.’
Hoe ontspan je?
‘Ik heb twee kinderen van 11 en 12 jaar en die “dwingen” me wel afstand van het werk te nemen. Ik geniet van deze leeftijdsfase en vind het leuk om ze een beetje weg te helpen. Mijn man traint hun hockeyteams en in het weekend sta ik graag langs de lijn om ze te zien spelen. Daarnaast maak ik tijd vrij voor vrienden: wandelen door Rotterdam – ik krijg veel energie van deze stad, borrelen, uiteten, een weekendje weg en samen op vakantie. Ik houd daarnaast veel van lezen en probeer het hardlopen weer een beetje op te pakken.’
Wat is je devies?
‘Wees jezelf! Dan blijft het goed gaan. Dat geef ik ook mee als ik spreek bij leiderschapsprogramma’s. Je maakt meer impact als je jezelf bent en je bent geloofwaardiger. Daarvan ben ik echt overtuigd.’
Naast wie zou je weleens in het vliegtuig willen zitten?
‘Angela Merkel vind ik een fascinerende vrouw. Zij is hét voorbeeld van iemand die zichzelf blijft en – al heel lang – impact maakt. Ik zou haar vragen wat haar drijft.'