Honderdduizend woningen per jaar, tien jaar lang, tot er een miljoen woningen bij zijn rond 2030. Die opgave ligt er, gecombineerd met verduurzaming van de bestaande woningvoorraad: nog eens zo’n acht miljoen stuks. DG Bestuur, Ruimte en Wonen Chris Kuijpers en DG Rijksvastgoedbedrijf Annet Bertram vertellen hoe zij invulling geven aan die opgave.
Er moet echt wel wat gebeuren’, zegt Chris Kuijpers met gevoel voor understatement. Hij is bij BZK onder andere verantwoordelijk voor bestuur, bouwen en verduurzaming. ‘Bij de bouw- en verduurzamingsopgave gaat het om miljoenen woningen, bestaand en nieuw, in de binnenstad en de regio – in een vol land met veel verschillende meningen. Nieuwbouw is wat dat betreft eenvoudiger dan verduurzaming van bestaande bouw. Tegelijkertijd moet bij nieuwbouw het tempo omhoog en ook dat is een ingewikkelde opgave.’
Meer executiekracht
Waarom de bouwopgave ingewikkeld is? Er zijn veel partijen bij nodig en de rijksoverheid heeft de zaak te lang op zijn beloop gelaten. Het Rijk – dat natuurlijk zelf geen woningen bouwt – neemt nu weer een meer leidende rol in de woningbouw. Wat daarvoor nodig is? ‘In elk geval doorpakken op de uitvoering, ik noem dat executiekracht’, zegt Annet Bertram, DG Rijksvastgoedbedrijf. ‘En daarbij hoort ook dat het vastgoed van het Rijksvastgoedbedrijf wordt ingezet om maatschappelijke doelen te bereiken. Als dat slim, op een grotere schaal en gecombineerd met corporaties en marktpartijen gebeurt, kun je veel meer bereiken. Woningbouw is een belangrijke maatschappelijke opgave en tempo maken is cruciaal. Er moet meer executiekracht komen, voor de hele overheid; dus Rijk, provincies en gemeenten samen. De overheid wordt er terecht op aangesproken dat er te weinig voor elkaar is gekregen. Daarom is het belangrijk om de druk zodanig op te voeren dat een doorbraak wordt geforceerd in langlopende processen.’
Chris reageert: ‘We moeten meer gaan sturen. We hebben een tijd gehad waarin we als overheid elk ons eigen ding deden, met als idee: je gáát erover, of niet. Bij de grote maatschappelijke opgaven blijkt echter dat je veel partijen tegelijk nodig hebt. Tegelijkertijd benadruk ik: het samen doen mag niet leiden tot oeverloze discussies. Onder regie van het Rijk willen we een structuur opzetten waarin we én samenwerken én snel knopen kunnen doorhakken.’
Maatschappelijke meerwaarde
Chris en Annet werken nauw samen op een aantal plekken, namelijk op bouwlocaties die eigendom van het Rijk zijn. Annet legt uit: ‘Vanuit het Rijksvastgoedbedrijf dragen we op verschillende manieren bij aan de woningbouwopgave. We hebben immers 89.000 hectare rijksgrondbezit en 12 miljoen m2 aan rijksgebouwen. Die kunnen we deels hiervoor benutten.
Tegelijkertijd houden we ook rekening met ruimte voor andere belangrijke maatschappelijke opgaven. Bijvoorbeeld met landbouw en duurzame energie, en met het multifunctioneel gebruik van gronden en innovatieve technieken. De samenwerking tussen het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer is een belangrijke sleutel voor deze maatschappelijke opgaven en de balans daartussen. In opdracht van VWS en SZW werken we aan een aantal projecten voor het huisvesten van dak- en thuislozen en arbeidsmigranten. Dat kan ook de druk op de woningmarkt verminderen. Dat valt allemaal onder het creëren van maatschappelijke meerwaarde met Rijksvastgoed. En dat doen we dus ook voor woningbouw.
Op onze grond in Almere Oosterwold worden 15.000 woningen gebouwd en op voormalig vliegveld Valkenburg 5.600.’ Van de situatie op Valkenburg is geleerd. Na vijftien jaar overleggen tussen verschillende overheden over de invulling van het terrein, is er na flinke druk vanuit de rijksoverheid nu eindelijk een afspraak tussen de gemeente Katwijk, het Rijksvastgoedbedrijf en de provincie. De bouw gaat volgend jaar van start.
Chris: ‘Op Valkenburg heeft het te lang geduurd. Daar hebben we van geleerd: eerder in gesprek met betrokkenen is belangrijk, maar ook durven ingrijpen en druk zetten als de situatie erom vraagt.’
Harde afspraken
Een ander leerpunt binnen deze maatschappelijke opgave is: harde en concrete afspraken maken waaraan je elkaar kunt houden. ‘Onlangs maakten we goede afspraken met alle provincies’, geeft Chris als voorbeeld, ‘waarbij de provincie de werkvoorraad van de woningbouw gaat organiseren. Want binnen elke regio loop je wel een keer aan tegen een potentiële bouwlocatie waar het bouwen toch niet lukt, of vertraging oploopt. Als dat gebeurt zorgt voortaan de provincie ervoor dat we elders in de provincie wél aan de slag kunnen. Ook dat is regie nemen. Het wil niet zeggen dat je alles zelf gaat doen, maar wel dat je het vraagstuk oppakt en goede afspraken maakt over de oplossing ervan. De provincies wijzen de bouwgebieden aan en BZK bewaakt het woningbouwbeleid.’
Twee crisissen, toch doorbouwen
De coronacrisis was nauwelijks van invloed op het bouwtempo. ‘Samen met de bouwers en installateurs ontwikkelden we binnen twee weken een protocol waarmee de bouwwerkzaamheden veilig door konden gaan’, vertelt Chris. De stikstofcrisis zorgde voor een vertraging in het verlenen van nieuwe bouwvergunningen. Met de eerder verleende vergunningen konden in 2020 gelukkig nog wel voldoende bouwprojecten worden uitgevoerd.
Annet: ‘Het Rijksvastgoedbedrijf kon in overleg met onze grote opdrachtgevers, zoals Defensie, Justitie en BZK zelf, projecten die al in de pijplijn zaten naar voren halen, zodat de sector in deze moeilijke tijd op gang bleef. Als ik het resultaat over 2020 zie, had ik dat bij het begin van de pandemie niet durven dromen. Dat resultaat is ook een voorbeeld van executiekracht. Cruciaal voor woningzoekenden en voor de bouw als economische motor van Nederland.’