Elk jaar doen ongeveer 200.000 jongeren eindexamen. Om dit inhoudelijk én organisatorisch in goede banen te leiden, is veel nodig. Zeker in het afgelopen ‘coronajaar’. Roel Endert, plv. directeur Voortgezet Onderwijs bij OCW (beleid), en Angela Schat, directeur Registers & Examens bij DUO (uitvoering), vertellen over hun samenwerking hierin.

Vanuit haar rol als directeur Registers & Examens bij DUO zorgt Angela Schat kortweg voor “alles wat geregeld moet worden” rondom examinering en diploma’s. Roel Endert is als plv. directeur VO bij OCW verantwoordelijk voor het curriculum, de beleidskaders en financiering. Hun raakvlak ligt in de centrale examens. Daarbij is trouwens ook Marc Spierings vanuit het CVTE een belangrijke ketenpartner (zie kader).

Hoe goed kennen jullie elkaar?

Angela: ‘We kennen elkaar nu ruim twee jaar, sinds ik deze baan heb. We hebben beiden meteen heel bewust geïnvesteerd in een goede relatie. Dus: elkaar ook fysiek ontmoeten, bijvoorbeeld tijdens een lunchafspraak. Je moet de relatie al “aan” hebben staan voordat het eventueel moeilijk wordt. Daar geloof ik heel erg in. Als je elkaar goed kent, is het makkelijker om er samen uit te komen als het stekelig wordt.’

Roel: ‘De groep mensen aan de beleidskant die de uitvoeringskant begrijpen en andersom, is te klein. Investeren in het beter kennen van elkaars werelden staat nog in de kinderschoenen. Ik heb sterk de indruk dat de gemiddelde jonge beleidsmedewerker nog niet zo bezig is met de uitvoering, maar dat zou wel moeten. Zelf hecht ik veel waarde aan een goede langetermijnrelatie met uitvoeringscollega’s. Ik vind het belangrijk om elkaars taal te spreken.’

Dat kwam van pas in coronatijd?

Angela: ‘Nou en of. We moesten ongelofelijk veel en snel omgooien om de eindexamens zoveel mogelijk door te kunnen laten gaan. Daarbij werd veel van DUO gevraagd. We hebben op een rijtje gezet wat wij qua uitvoering in het uiterste geval konden doen, en daar hebben we zelfs nog een schepje bovenop gedaan. Zo zouden we nooit het verwijt krijgen dat we niet alles op alles hebben gezet. Toen ik dat liet zien, hebben Roel en Marc steeds hun rug recht gehouden. Het was fijn om te merken dat zij ondanks de hoge politieke druk aan de politiek duidelijk maakten: dit is de grens van wat de uitvoering aankan. Dat we elkaar kennen en vertrouwen was daarbij cruciaal.’

Roel: ‘De politieke druk is begrijpelijk: het gaat om een grote groep jonge burgers voor wie je het beste wil. Het is bijvoorbeeld heel moeilijk uit te leggen dat er mogelijk niet genoeg jongeren een staatsexamen zouden kunnen doen. Toch hield ook minister Slob zijn rug recht. Dat was fijn, want vanwege corona hadden we minder examinatoren tot onze beschikking, terwijl we méér staatsexamens moesten afnemen. We werkten ons uit de naad, maar toch was het volgens de politiek steeds niet genoeg. Dan is het fijn als je back-up van je bewindspersoon krijgt.’

Wanneer wordt het wél stekelig tussen jullie?

Roel: ‘De spanning zit ‘m in wat ik noem: “hoever mag je onder de motorkap kijken?” In principe moet ik me helemaal niet bemoeien met hoe Angela het regelt, het gaat erom dat ik snap hoe ingewikkeld het is. In de politieke hectiek kan je echter de neiging krijgen er toch wat van te vinden of je ermee te bemoeien. Dan is het prima als Angela zegt: “Roel, daar ga je niet over”. En andersom heb ik soms te maken met een politieke werkelijkheid waarmee we het gewoon hebben te doen, hoewel de uitvoerbaarheid te wensen over laat. Dan moet ik soms toch die lastige taak overbrengen. Zolang dat niet te vaak gebeurt en je elkaar blijft respecteren, gaat dat goed.’

Angela: ‘Wat heel belangrijk is, is dat we een gemeenschappelijk doel hebben: elke leerling in Nederland moet op gepaste wijze een centraal examen kunnen doen. Daarnaast is het belangrijk dat je je gehoord voelt in de relatie. Voor mij en Roel geldt dat, daardoor hebben we vanuit onze professionele rol begrip voor elkaars situatie. Zelfs als de politieke druk hoog oploopt of als er een onuitvoerbare taak dreigt te ontstaan. We blijven samen kijken hoe we het maatschappelijke doel het beste kunnen dienen.’

‘Schuren mag in een goede relatie’

Het College voor Toetsen en Examens is ‘de regisseur’ van de examenketen. Secretaris-directeur Marc Spierings is daarbij ’scharnierpunt‘ tussen OCW als beleidsmaker en financier en DUO als uitvoerder. Hij beaamt het belang van een goede relatie: ‘Angela ken ik sinds ze bij DUO werkt en Roel ken ik al wat langer. We spreken elkaar formeel maar ook informeel. In coronatijd was dat vaak: onze opgave verdubbelde zo ongeveer met extra tijdvakken en extra herkansingen. Onder grote politieke druk moesten zowel beleidsmakers, uitvoerders als het onderwijsveld bepalen hoever we konden gaan. We hebben gekozen voor “het ultiem haalbare met nog een plusje erbovenop”. Daarin is gelukkig niets misgegaan, want we zouden geen ruimte meer hebben om fouten op te lossen.

Als beleid en uitvoering zaten we aan één tafel en hakten alle knopen met enorme snelheid door. Het goede contact tussen mij, Roel en Angela is daarbij ongelofelijk belangrijk geweest. Je hebt elkaar hard nodig om de examentrein samen naar de juiste bestemming te brengen. Dat hebben we schouder aan schouder voor elkaar gekregen. Frictie is er ook weleens: bijvoorbeeld wanneer ons college meer innovatie wenst en het OCW-beleid daarin nog onvoldoende beweegt. En bij DUO ervaart Marc soms onvoldoende capaciteit voor de examenketen, als gevolg van de coronacrisis. Daar schuurt het soms. Maar dat mag ook in een goede relatie!’