Ook na corona blijven we bij het Rijk grotendeels thuiswerken. Wat vraagt dat van ons leiderschap? André Weimar, plv. DG Overheidsorganisatie en programmadirecteur HybrideWerken, en Merel Berling, divisiemanager Klantrelatie bij de Dienst ICT Uitvoering, delen hun ervaringen en visie.
De coronacrisis maakte in één klap een eind aan het traditionele werken-op-kantoor. Voor de rijksoverheid, met honderdtwintigduizend mensen en 2,6 miljoen vierkante meter kantooroppervlak was dat “wel even schakelen”, vinden André Weimar en Merel Berling. Nu de situatie onder controle is en veel organisaties hun kantoren weer heropenen, zijn er toch wel een paar dingen grondig en voorgoed veranderd, vertellen ze. Hybride werken, ook wel ‘uit- en thuiswerken’ genoemd, is het nieuwe motto, en dat gaat echt anders dan voorheen. Ook voor topambtenaren heeft dat ingrijpende gevolgen.
Mix
‘We bereiden ons inmiddels voor op de heropening van de rijkskantoren’, vertelt André, ‘maar het wordt niet meer zoals het vroeger was. Veel mensen hebben in het afgelopen anderhalf jaar ervaren dat deels thuiswerken prima bevalt, en daaraan willen we ruimte geven. We gaan vanaf dit najaar over op hybride werken: een mix van thuis, op kantoor en op andere locaties werken. Hoe dat er precies uitziet, gaan we de komende maanden onderzoeken en ervaren. Ik verwacht dat we over anderhalf jaar een geheel nieuw evenwicht hebben gevonden. In de tussentijd werken we dit jaar al aan technologische aanpassingen van bijvoorbeeld vergaderruimten, om hybride vergaderen mogelijk te maken. Daarnaast zorgen we op de iets langere termijn voor “kantoorhubs”, waar mensen betrekkelijk vlakbij hun woonplaats een flexwerkplek kunnen vinden. En er komen “ontmoetingspleinen” door het hele land.’
Niet te hard zijn
Merel Berling werkt sinds december als divisiemanager Klantrelatie bij de Dienst ICT Uitvoering (DICTU): de primaire ICT-dienstverlener voor de ministeries van EZK en LNV. Ze begon haar nieuwe baan dus middenin coronatijd. Over haar overstap vertelt ze: ‘Na één fysiek gesprek ging de rest digitaal, zelfs het draagvlakgesprek en het assessment. Een bijzondere ervaring. Net als de eerste periode in mijn nieuwe baan. De divisie Klantrelatie is nieuw en ging formeel van start met mijn aanstelling. Klantgerichter werken staat voor DICTU voorop.
Mijn functie is echt een netwerkfunctie: dat betekent ook veel met klanten spreken. De beperkingen door corona in dat contact frustreerde me af en toe. Netwerkcontact moet nu eenmaal veel meer gepland worden dan voorheen. Zeker als je middenin een lockdown zit met twee heel jonge kinderen thuis, zijn de omstandigheden niet ideaal. Ik heb mezelf daarom geregeld voor moeten houden dat ik niet te hard moest zijn voor mezelf.’
Boswandelingen
Ook de samenwerking met haar nieuwe team moest grotendeels online op gang komen. ‘Ik houd ervan om mensen in het echt te zien’, zegt Merel. ‘Dat heb ik dan ook extra hard gemist tijdens corona. Dat gesprekken en vergaderingen alleen nog maar online gingen, vond ik niet goed. Toen half maart de besmettingscijfers weer daalden, ben ik daarom heel bewust boswandelingen gaan maken met mijn medewerkers. Ik ken het Haagse Bos inmiddels op mijn duimpje. Die wandelingen werkten goed. Tijdens zo’n boswandeling kun je elkaar letterlijk in de ogen kijken en elkaar beter leren kennen: je maakt veel meer verbinding. Dat was fijn, want mijn team kende mij nog niet en de collega’s wisten wél dat mijn opdracht is om zaken te veranderen.
Daarnaast was verbinding belangrijk omdat er ook medewerkers waren die het moeilijk hadden tijdens deze periode. Ze misten het werken met collega’s op kantoor of hun privésituatie was bijvoorbeeld niet optimaal voor thuiswerken. In de periode dat het thuiswerkadvies vlak voor de zomervakantie tijdelijk werd ingetrokken, heb ik meteen de kans gepakt om een teamochtend te houden, eveneens in het Haagse Bos. Met een kennismakingsspel, koffie en wat lekkers en op het einde van de dag een borrel. Dan merk je hoe leuk het is om die hele groep bij elkaar te hebben: iedereen was heel blij om elkaar weer echt te zien.’