Ervaring met beleid én uitvoering is redelijk schaars bij de ABD. Teun Eikelboom en Stefan van de Griendt vragen zich af waarom. ‘Als je beide kanten begrijpt is het veel makkelijker om in plaats van ‘beleid uitvoerbaar te maken’ ‘uitvoerbaar beleid’ centraal te stellen.’

Teun Eikelboom is sinds 1 april dit jaar hoofd Uitvoeringsbeleid bij de Belastingdienst. Daarvoor was hij vijf jaar afdelingshoofd Regelgeving, Toezicht en Monitoring bij BZK. ‘Ik heb bij de Belastingdienst een schakelfunctie en ervaar direct de voordelen van de werkervaring die ik bij BZK en SZW in de uitvoering opdeed. Door mijn kennis van het Haagse weet ik snel wie ik vanuit beleid moet betrekken en kan ik kennis makkelijker koppelen aan mijn directe collega’s. Ik weet bovendien wat de momenten zijn waarop je als uitvoering kan ‘inspringen’ om beleid beter uitvoerbaar te maken.’

Wat speelt er?

Stefan van de Griendt ervaart de voordelen andersom. Hij werkt nu drie jaar op het bestuursdepartement als directeur Personeel & Organisatie bij JenV en was daarvoor directeur HR, Inkoop & Facilities bij de SVB. Stefan: ‘Beleid heeft uitvoering keihard nodig, dat is het belangrijkste inzicht dat ik meeneem van mijn tijd bij de SVB.’ Hij verduidelijkt: ‘Als je aan de uitvoeringskant hebt gewerkt weet je: niet alles wat beleid bedenkt werkt meteen. Bij de SVB hadden we dagelijks burgers aan de telefoon die ons daarmee confronteerden. Die input van burgers heb je nodig om beleid beter uitvoerbaar te maken. Toen ik drie jaar geleden bij JenV startte was dan ook één van mijn eerste vragen: Wie gaat er mee op werkbezoek naar de uitvoering? Ik ben als directeur P&O ook verantwoordelijk voor het personeelsbeleid bij diensten zoals DJI en als je een fatsoenlijke gesprekspartner wilt zijn moet je wel weten wat er speelt. Dat doe ik overigens samen met de directeuren P&O van onze uitvoeringsorganisaties, wat een mooie samenwerking oplevert tussen beleid en uitvoering.’

Die werkbezoeken waren ze niet zo gewend bij JenV. Stefan: ‘Een deel van de medewerkers was direct enthousiast en een deel niet. Ik doe mijn best daar systematisch verandering in te brengen. Overigens ook door de uitvoering bij ons uit te nodigen. De JenV-toren is uiteraard wat abstracter dan bijvoorbeeld een dienst Terugkeer en Vertrek, maar inzicht in waar wij mee te maken hebben – zoals een continue stroom van Kamervragen – draagt wel bij aan wederzijds begrip.’

Samen aan de lat

Dat wederzijdse begrip is nodig om zaken aan de voorkant beter te regelen, vinden beiden. De afgelopen jaren is binnen het Rijk steeds duidelijker geworden hoe belangrijk het is dat beleid en uitvoering hand in hand gaan. Teun: ‘Alleen dan kunnen we de stap maken van beleid uitvoerbaarder maken naar uitvoerbaar beleid maken met de perspectieven van burgers en bedrijven voorop.’

Maar we zijn er nog niet, vinden ze ook, vooral als het gaat om begrip voor de uitvoeringskant. Stefan: ‘Bij de SVB heb ik vanuit de politiek en de beleidskant bij bijvoorbeeld de PGB-crisis wel onbegrip gevoeld. Men rekent erop dat je het even uitvoert.’ Teun vult aan: ‘En wat goed gaat in de uitvoering, is voor beleid en politiek vaak niet interessant.’

Hoe daar verandering in kan komen? Stefan: ‘Het belangrijkst is dat we ons beseffen dat we allemaal mensen zijn die aan een gemeenschappelijk doel werken. En alles komt dus neer op de interactie tussen mensen. Dat vraagt om investeringen in elkaar.’ Teun: ‘We staan samen aan de lat en dat biedt grote voordelen. Als ik een collega mag quoten: “Je kunt een goed beleidsidee hebben, maar als het ook nog uitvoerbaar is, is het briljant”.’

Leermomenten

Hebben ze zelf weleens een steekje laten vallen als het gaat om wederzijds begrip? Teun: ‘Ik heb me als projectleider aan beide kanten wel eens laten verleiden door tijdsdruk. Dan drukte ik door en kregen we daarvan de rekening. Doordat we niet goed hadden doorgevraagd aan de voorkant kregen we aan het eind van het traject te maken met vertraging. Dan ben je twee maanden later nog niet waar je wil zijn.’

Stefan: ‘Bij SVB hadden we een nieuwe strategie bedacht rond huisvesting. Ik wilde collega’s bij SZW hierin meenemen en heb vervolgens drie uur zitten zenden zonder dat het binnenkwam. Die beleidsmensen zaten natuurlijk met een heel ander perspectief aan tafel. Ik had vragen moeten stellen, zodat ik beter had kunnen aansluiten bij hun informatiebehoefte.’

Derde perspectief

Stefan leerde ook veel van zijn tijd als lokale fractievoorzitter bij een grote partij. ‘Dankzij mijn ervaring in de gemeentepolitiek kan ik beter inschatten hoe Kamerleden denken, een gemeenteraad is toch een Tweede Kamer in het klein. Een louterend moment was toen de politiek in 2015 op zoek was naar opvang voor asielzoekers. Ook in mijn gemeente een onderwerp met felle voor- en tegenstanders. Hoe speech je dan, hoe onderhandel je en hoe kom je tot een akkoord om die opvang mogelijk te maken? De vaardigheden die ik daarmee opdeed neem ik mee, net als het perspectief van burgers en de gemeente.’

Voorkeur?

Wat vinden ze zelf eigenlijk het leukst: beleid of uitvoering? Teun: ‘Op dit moment de uitvoering. Maar dat heeft er vooral mee te maken dat ik hier nog niet zolang zit. Ik vind het ontzettend leuk om te sleutelen aan de richting waar we naartoe moeten. Wat uiteindelijk het best bij me past, weet ik nog niet.’ Stefan: ‘Ik heb een generalistische inborst en vind het allebei leuk. Aan de beleidskant vind ik het prettig om stil te staan bij waarom we iets doen. Maar ik weet zeker dat ik ook weer een overstap naar de uitvoering zal maken. De concreetheid en tastbaarheid van de uitvoering vind ik prettig.’