Het woningbouwbeleid van BZK raakt vrijwel alle ministeries. Bijvoorbeeld VWS als het gaat om woningen voor ouderen. Voor het stikstofbeleid van LNV geldt hetzelfde, ook dat raakt alle ministeries en dus ook het woningbeleid. Marja Appelman, Suzan Orlebeke en Vera Pieterman leggen uit hoe zij hierin samenwerken en wat daarbij dilemma’s zijn.

‘Wij ABD’ers moeten het perspectief schetsen, zodat alle betrokkenen hun werk goed kunnen doen.'

Er valt bijna niet op te bouwen tegen de bevolkingsgroei. Momenteel is er een tekort van 3,2 procent aan woningen. Tot en met 2030 staat daarom de bouw van 900.000 woningen op de planning van de directie Woningbouw, waarvan twee derde betaalbare huur- en koopwoningen moet zijn. Marja Appelman, directeur Woningbouw: ‘Die opgave raakt op Defensie na alle ministeries, want het gaat bijvoorbeeld ook om goede infra, voldoende woningen voor ouderen, starters, statushouders en om energie en groen.’ Met al die departementen is er dan ook hechte samenwerking. Zo werkte de directie van Marja onlangs nauw samen met de directie van Suzan Orlebeke, VWS-manager directie Langdurige zorg, aan nieuwe afspraken over ouderenwoningen. Deze vormen een derde van de woningopgave. Suzan: ‘Het aantal ouderen stijgt sterk en ouderen wonen langer thuis, dus moeten er voldoende geschikte woningen voor hen zijn. Dat stimuleert bovendien de doorstroom in de woningmarkt. Als ouderen verhuizen naar een geschikte woning komen er meer eengezinswoningen vrij. In het programma Wonen en zorg voor ouderen is daarom vastgelegd 170.000 nul-tredenwoningen, 80.000 geclusterde woningen (hofjes met extra gemeenschappelijke ruimtes) en 40.000 verpleegzorgplekken (woningen met extra aanpassingen) te bouwen.’

Gescheiden werelden

Marja Appelman

Over dit programma, dat vrijdag 18 november door de ministerraad werd aangenomen, vond de afgelopen maanden veel overleg plaats tussen de directies van Marja en Suzan en met stakeholders zoals Bouwend Nederland. Marja legt uit waarom: ‘BZK en VWS zijn op het gebied van beleid twee totaal gescheiden werelden en we hebben veel moeten leren. Zo is de financiering anders ingericht. Bij woningbouw richt het beleid zich op huishoudens (bv huurtoeslag) en op de realisatie van woningbouwprojecten. Bij zorg richt het beleid zich op zorginstellingen en individuele cliënten. Om wonen en zorg voor ouderen beter te organiseren moesten we die twee systeemwerelden op elkaar laten aansluiten.’ Suzan: ‘We hebben  bijvoorbeeld veel tijd gestoken in het begrijpen van elkaars taal.’ Marja: ‘Het was niet bepaald appeltje eitje, want er was veel jargon. Bij ons was er bijvoorbeeld onduidelijkheid over verpleegzorgplekken. Wat zijn die precies en hoeveel zijn er nodig? Naar die aantallen hebben we extern onderzoek laten doen.’

Stikstof

Suzan Orlebeke

Net als voor andere ministeries is de stikstofproblematiek een sterk complicerende factor voor de directie Woningbouw. Marja: ‘De woningbouw- en de stikstofcrisis strijden om voorrang. Voor ons als ambtenaren gaat het om de vraag hoe die twee publieke belangen – woningtekort en natuur – zich tot elkaar verhouden en wat mogelijk is binnen de juridische kaders. Dat betekent samen puzzelen onder grote tijdsdruk en met grote belangen.’ Vera Pieterman, directeur (en plv. DG) Landelijk Gebied en Stikstof bij LNV: ‘Zo is er bijvoorbeeld een snelheidsverlaging ingevoerd waardoor we tot 19.00 uur maximaal 100km/uur rijden. De stikstofruimte die vrijkwam is onder meer uitgegeven aan woningbouw, waardoor 34.000 woningen vergund konden worden. Over de consequenties van het vervallen van de bouwvrijstelling is nu veel overleg, ook met de directie van Marja. Het vervallen van die vrijstelling betekent overigens niet dat Marja niet verder kan, maar wel dat  ze vertraging oploopt.’ Marja: ‘Die woningen gaan er komen voor 2030, maar langzamer dan we wilden. En het gaat meer geld kosten.’ Die kosten zitten vooral in het inschakelen van experts die een voortoets moeten doen op de stikstofuitstoot, en in de controle daarvan. Op langere termijn is Marja positief: ‘De stikstofuitstoot van woningbouw is laag en wordt steeds lager doordat we van het gas afgaan en doordat de bouw steeds meer met elektrisch materieel wordt gedaan. Desondanks is stikstof voor mij echt het meest lastige dossier waarmee ik te maken heb.’

Onzichtbaar

Vera Pieterman

Vera beaamt de complexiteit: ‘Wat we niet moeten vergeten is dat het stikstofvraagstuk om veel meer gaat dan om uitstootvermindering en de verdeling van stikstofruimte. Zo lang de natuur verslechtert, is er niets te verdelen. Dat is een probleem dat we met elkaar moeten oplossen.’ Suzan valt bij: ‘Wat het moeilijk maakt, is dat schade aan natuur niet altijd zichtbaar is. Dat maakt het stikstofprobleem een recept voor wantrouwen tegen de overheid.’ Marja: ‘Het is inderdaad vaak bijna niet uitlegbaar aan burgers, bedrijven en belangenorganisaties. En de gevolgen zijn groot. Als het gaat om woningbouw is er zo’n enorme maatschappelijk nood. Iedereen kent wel iemand waarvan het leven praktisch stil staat, omdat er geen woning voor hem of haar beschikbaar is. Dat geeft mensen veel stress en heeft invloed op de gezondheid.’

Spiegel

Hoe we hieruit gaan komen? Marja: ‘Wat ons als ABD’ers bindt is het langetermijnperspectief dat we moeten schetsen voor de stakeholders en de samenwerking met hen. Als wij geen perspectief schetsen, kunnen zij hun werk niet goed doen.’ Vera’s werk draait volledig om de samenwerking met stakeholders binnen en buiten het rijk. ‘Het moeilijke in deze crisis is dat de oplossing voor de ene partij, vaak door een andere partij moet worden gegeven. Het platform Duurzaam evenwicht helpt daar enorm bij. Dit is een initiatief van Bouwend Nederland, VNO NCW, Natuurmonumenten, Natuur & Milieu en LTO Nederland. Zij sloten het Versnellingsakkoord om uit de stikstofimpasse te komen, en toen zijn we met hen gaan samenwerken. Dat deden we vanuit het idee: jullie zijn “een goede vriendengroep” en zo’n “vriendengroep” heeft onze directie ook met de departementen. Het platform helpt ons betere beslissingen te nemen.’ Marja beaamt dit belang: ‘Bij ons gezamenlijke aanpak rond woningen voor ouderen merkten we ook dat onze stakeholders in de zorg- en woningbouw elkaar goed weten te vinden en hebben we de verbinding gezocht. Ze zijn onze luis in de pels en houden ons een spiegel voor: dat hebben we écht nodig!’