Acht openhartige antwoorden van Carola van Rijnsoever, plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

1. Je was al jong geïnteresseerd in andere culturen?

Een paar maanden nadat ik ging studeren viel de Berlijnse muur. Ik was heel nieuwsgierig naar de mensen die al die tijd achter het IJzeren Gordijn hadden gewoond en heb vervolgens verschillende reizen daarnaartoe gemaakt. De verhalen van medestudenten uit bijvoorbeeld de voormalige Sovjet-Unie maakten veel indruk op me. Ik leerde hoe belangrijk het is je in anderen te verdiepen en geen aannames te doen. Iets wat ik ook mijn kinderen meegeef. Vooral bij mijn werk op onze Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie in Brussel kwam dat inzicht goed van pas. Mijn ervaring is dat je heel veel moet weten van de achtergrond van de ander om het “gaatje” tot de oplossing te vinden. Ook bij het ministerie probeer ik goed te “poken”. Er is hier zoveel specialistische kennis. Het is belangrijk daar actief naar op zoek te gaan en goed uit te vragen, zodat er geen kennis “sneuvelt”. Ook belangrijk is dat je soms iemand even 24 uur de tijd moet geven om aan een idee te wennen. Lastig voor mij, want ik ben best ongeduldig.

2. Je woonde een paar jaar in Moskou, kijk je daardoor met andere ogen naar de oorlog in Oekraïne?

Wij woonden rond de eeuwwisseling in Moskou. Toen was er nog relatief veel vrije pers in Rusland. Wel merkte ik toen al dat de samenleving heel anders in elkaar zat dan in Nederland. De macht van de oligarchen was en is bijvoorbeeld heel groot. Wij hebben in Nederland geen private ondernemers die zoveel invloed hebben. Het is nuttig om deze achtergrondkennis van Rusland te hebben. Dat betekent overigens niet dat ik ook maar een greintje begrip heb voor de oorlog.

3. Samen met je man vorm je een BZ-stel?

Mijn man werkt inderdaad ook bij BZ en we hebben de afspraak nooit in een hiërarchische relatie tot elkaar te staan. Dat mag natuurlijk ook niet van het werk. Dat is soms wel puzzelen, vooral bij een kleine ambassade, maar tot nu toe is het altijd gelukt. We werkten samen in Moskou, Berlijn en bij de Permanente Vertegenwoordiging bij de EU in Brussel. Toen ik in deze functie werd benoemd werkte mijn man in de hoek van de SG van BZ. Hij is toen van baan veranderd en is nu Strategisch Adviseur Europese Integratie.

4. Direct na jouw start als plaatsvervangend SG viel Kabul en kort daarop moest demissionair minister Kaag aftreden. Wat vroeg dat van jouw leiderschap?

De verschrikkelijke gebeurtenissen in Afghanistan vroegen om onze maximale inzet. Veel BZ’ers werkten de klok rond om zoveel mogelijk mensen te evacueren. Ik had volstrekt geen tijd om rustig kennis te maken, tegelijkertijd kwam ik juist door alles wat moest gebeuren direct veel mensen tegen en was ik snel ingewerkt. Wat toen gold en nu opnieuw met de oorlog in Oekraïne is dat het leed van de bevolking in Afghanistan en in Oekraïne de mensen bij BZ heel direct raakt. Ze werken vaak zelf in de regio of hebben er gewerkt, dat geeft naast het extra werk ook extra emotionele belasting. Ik vind het heel belangrijk om juist in zo’n stressvolle situatie structuur te bieden en onze mensen goed te monitoren. We bieden daarom bijvoorbeeld ook extra ondersteuning van de bedrijfsarts en via maatschappelijk werk. Collega’s hebben overigens ook veel aandacht voor elkaar. We kijken bij BZ echt naar elkaar om.

5. Hoe heb je dat omzien naar elkaar zelf ervaren?

Onze oudste zoon overleed toen hij 2,5 jaar was. Hij had een hartafwijking waar hij een jaar eerder aan geopereerd was. Een relatief simpele ingreep, maar een jaar later bleek dat het toch niet goed gegaan was. Hij werd geopereerd en de dag erna opnieuw en is toen gestorven. Van over de hele wereld kregen we berichtjes en appjes van collega’s. Overweldigend, daar hebben we veel steun aan gehad.

6. Wat ontzettend ingrijpend. Hoe geef je dat een plek?

Op het moment dat het gebeurde stonden we op het punt om te verhuizen naar Berlijn. Alles was al ingepakt. We hadden geen adres om op te geven bij de aangifte van overlijden. En toen de verhuizers onze spullen kwamen brengen in Berlijn zaten daar natuurlijk ook al zijn spullen bij. Het was allemaal zo absurd dat we er op een paar momenten zelfs om konden lachen. Het is ons gelukt om uiteindelijk te focussen op de 2,5 jaar die we gehad hebben in plaats van op het verlies. We hebben nog twee kinderen en het gezinsleven maakt het dragelijk om door te gaan.

7. Hoe heeft dit je veranderd? Ook als leidinggevende?

Het besef dat niets van jou is, is groot. Alles wat je denkt te hebben, heb je slechts in beheer en daar moet je goed voor zorgen. Dat geldt ook voor een werkdossier. Ik koester de opdracht en probeer het daarna zo goed mogelijk door te geven.

8. Hoe ontspan je?

Wij hebben geen auto, eten geen vlees en zijn bezig met zonnepanelen, maar op het punt van vliegen gaat het mis. We maken namelijk wel graag verre reizen. Daarnaast houd ik erg van kunst. We hebben thuis een enorm werk hangen van de kunstenaar Martijn Hesseling. Van stukjes krant heeft hij de binnenkant van de historische bibliotheek in Oostenrijk nagemaakt. Een unieke techniek en de uitvoering is heel gaaf. Martijn is nog bij ons thuis geweest om een laatste stukje vernis aan te brengen. Sindsdien is het werk al een paar keer mee verhuisd. Een enorm gedoe, omdat het zo groot is.