De klok sloeg twee jaar lang corona voor Ronnie van Diemen en Hans Brug. Nu is het tijd voor de kop koffie die ze al zo lang samen eens willen drinken. Samen blikken ze terug en vooruit.
Voor Hans Brug speelde corona de afgelopen twee jaar een hoofdrol in zijn functie als directeur-generaal RIVM. Ronnie van Diemen die in juni 2020 de overstap van inspecteur-generaal bij de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd naar directeur-generaal Curatieve Zorg maakte, ervoer corona vanuit twee functies. Wat maakte op hen de afgelopen twee jaar de meeste indruk?
Ronnie: ‘Het mooist van ons werk – en misschien wel van het hele leven – is dat een nieuwe situatie heel snel went. Hoewel het soms moeilijk was om ons als VWS’ers elke keer weer aan te passen aan nieuwe vraagstukken, hebben we dat met elkaar steeds opnieuw echt goed gedaan. Vooral tijdens de eerste golf vroeg dat veel van alle medewerkers.’ Hans: ‘Ik ben bovenal supertrots, blij en soms ook verrast hoe we als collega’s bij het RIVM, zonder dat we zijn omgevallen, in staat zijn geweest ons werk goed te blijven doen. Inclusief al ons nietcoronawerk voor volksgezondheid, duurzaamheid en veiligheid.
We zijn van een relatief onbekende organisatie in de bossen van Bilthoven uitgegroeid tot een organisatie met een naamsbekendheid zoals van Coca Cola en McDonald’s. In het begin van de coronacrisis kregen we veel complimenten. Maar daarna, zoals te verwachten, ook steeds meer kritiek en veel te vaak ook gewoon bagger over ons heen. Ik denk en dacht geregeld: hoe lang houden we het nog vol?’
Uitdagingen
Ronnie en Hans leggen uit wat voor hen de grootste uitdaging was de afgelopen twee jaar. Ronnie: ‘Voor mij draaide het er uiteindelijk steeds om of de zorg het nog aankon. Het spannende gesprek ging eigenlijk altijd over wat er nodig was om de gehele gezondheidszorg draaiende te houden. Daarnaast ging het om het duiden van de gebeurtenissen in de zorg en zicht geven op alle onderdelen van de zorgketen.’
Hans: ‘Voor het RIVM was het spannend om gegeven de nog beperkte kennis over het virus en al haar aspecten beleid te adviseren. Steeds rekening houdend met alle onzekerheden, en wetend dat er steeds nieuwe kennis bij zou komen waardoor we adviezen steeds zouden moeten bijstellen. Dat is overigens wel precies waar het RIVM van en voor is: op basis van de beste beschikbare kennis adviseren. Voor mij persoonlijk vond ik de snelheid van opschalingen en bijstellingen van het coronavaccinatieprogramma ook een echt lastig dilemma. Enerzijds wil je dat het zo snel mogelijk gaat om de volksgezondheid te beschermen en te bevorderen. Maar tegelijkertijd moest ik uitkijken dat ik mijn mensen niet over de kling joeg, waardoor de opschaling juist weer zou vertragen. Daarnaast was het moeilijk een goede balans te bewaren tussen covid-activiteiten en de andere werkzaamheden van het RIVM.’
Ronnie: ‘Corona was soms een koekoeksjong dat bijna alle energie dreigde op te slokken. Ik merkte dat ik in “mijn brein vol corona” heel bewust plekjes vrij moest maken voor andere vraagstukken.’
Sterk specialistische kennis
In het coalitieakkoord staat dat de ABD over meer specialistische kennis moet beschikken. In het geval van Hans, hij is epidemioloog, en, Ronnie, zij is arts en werkte vele jaren als kinderarts, betekent hun specialistische kennis dat ze vaak 1-0 voor staan. Ronnie: ‘Ik spreek de taal van de zorg, heb ervaring met de werkwijze en de cultuur. Mijn gesprekspartners weten dat. Ik ervaar er dus zeker voordeel van. 'Maar’, benadrukt ze, ‘zonder ambtelijk vakmanschap kan ik mijn werk niet doen en het hoge niveau van ambtelijke vakkennis in het Rijk is echt uniek.’ Hans beaamt de voordelen, maar zegt ook lachend. ‘Ik moet soms de neiging onderdrukken me overal mee te bemoeien. Tegelijkertijd ben ik me er heel bewust van dat ik zelf niet de cutting edge kennis heb van de dagelijks actieve en gespecialiseerde wetenschappers op alle RIVM-terreinen.’
Toekomst
Zoals het er nu naar uitziet zal koekoeksjong corona voorlopig veel minder van hun aandacht vragen. Wat betekent dat voor hun werk?
Ronnie: ‘Om de gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk te houden moeten we de focus verleggen van het verlenen van (medische) zorg naar meer aandacht voor gezondheid en kwaliteit van leven. Daarbij gaat het ook om de invloed van bijvoorbeeld het armoedevraagstuk, onderwijsongelijkheid en het klimaat. Daar is nu nog te weinig aandacht voor. Die omslag vraagt de komende 10 tot 15 jaar om grote veranderingen. Ik heb er veel zin in die veranderingen samen met het (zorg)veld en de samenleving in gang te zetten.’
Hans: ‘Ik denk dat corona de komende tijd nog heel veel aandacht blijft vragen. Maar hoe dan ook wil ik de komende tijd vooral meer ruimte creëren voor het RIVM om weer verder vooruit te kijken. Het RIVM heeft de afgelopen jaren alle aandacht moeten besteden aan de urgente vragen van vandaag, en heeft weer meer ruimte nodig om zich ook goed voor te bereiden op de vragen van morgen en overmorgen. Daarbij is, net als bij Ronnie, een integrale aanpak van belang. Om verder te komen moeten we onderwerpen als volksgezondheid en preventie, de leefomgeving, stikstof, het klimaat, en veiligheid niet vooral als deelonderwerpen behandelen. Ze zijn met elkaar verknoopt.’
OVV-rapport
Een kwartier voor het interview verscheen het eerste deel van het OVV-rapport waarin onderzoekers reflecteren op de eerste maanden van de crisisaanpak. Hans: ‘Ik vind het belangrijk me in zorgvuldige en wetenschappelijke evaluaties te verantwoorden en sta vanzelfsprekend open voor de kritiek. Het is belangrijk de lessen uit dit en volgende OVV-rapporten en andere evaluaties te gebruiken om de pandemische paraatheid en publieke gezondheidszorg in de toekomst verder te verbeteren.’ Ronnie is het daarmee eens, maar benadrukt dat ze moeite heeft met veroordelingen en het gebruik van het woord “fouten” in de media. ‘Als je bij een beslissing alle overwegingen hebt meegenomen, maar de beslissing pakt niet goed uit heb je het dan fout gedaan of het optimaal mogelijke op dat moment? Natuurlijk kunnen er dingen beter. Het is belangrijk daar open over te zijn en vervolgens van te leren.’
Hartslag 200
Hoeveel tijd hadden ze eigenlijk zelf voor reflectie de afgelopen twee jaar? Ronnie: ‘Het is echt niet zo dat we continu met een hartslag van 200 slagen per minuut rondliepen. In alle fasen zijn we samen met professionals, toezichthouders en bestuurders, van bijvoorbeeld zorginstellingen, continu lerend geweest. Niet wetend hoe het over drie maanden zou zijn, hebben we met die gemeenschappelijke kennis steeds vooruitgekeken. Ik ben supertrots op hoe we met alle collega’s vervolgens elke keer de goede stappen hebben gezet.’ Hans: ‘Bij ons stond en staat Jaap van Dissel als directeur van ons Centrum Infectieziektenbestrijding natuurlijk vooral in het oog van de coronastorm. Ik kon met iets meer distantie waar nodig met Jaap en zijn mensen reflecteren. Ik gebruik bij alle belangrijke beslissingen mijn drietrapskompas. Draagt een besluit zo goed mogelijk bij aan onze inzet voor de gezondheid, veiligheid en duurzaamheid in Nederland? Wat betekenen besluiten voor het werkgeluk en de veiligheid van RIVM’ers? En wat doet het met de reputatie van het RIVM? Dat kompas gebruik ik dagelijks voor mijn en gezamenlijke reflecties binnen het RIVM.‘