Twee jaar geleden was ze  verantwoordelijk voor Crisisbeheersing en Infectieziekten. Nu houdt ze zich bezig met de midden- en langetermijnvisie voor pandemieën, zoals corona. Hoe kijkt Francine L’Ortye terug en vooruit na twee jaar corona?

Corona twee jaar later

Wat past het best bij je: crisisaanpak of het ontwikkelen van een langetermijnvisie?

‘De dynamiek van een crisisorganisatie is hartstikke leuk. Je bent hands-on bezig, moet voortdurend een enorme informatiedichtheid verwerken en snel schakelen. Maar de druk is enorm. Bovendien heeft alles wat je doet heel direct maatschappelijke impact. Tegelijkertijd ben je steeds met morgen bezig, terwijl ik ook graag nadenk over hoe het óvermorgen moet. Ik houd ook van reflecteren en lessen formuleren. Het is fijn dan boven de materie te kunnen hangen met rust in het hoofd, goed open te kunnen staan voor signalen en de blik naar buiten te richten. Mijn grote voordeel in mijn huidige werk is dat ik de ervaring van de crisis meeneem voor deze opgave voor de toekomst.’

Hoe was de omschakeling?

‘Ik was van januari tot september 2020 MTlid crisisbeheersing en infectieziekten bij Publieke Gezondheid  waar de taak lag de coronacrisis te managen. Die organisatie groeide enorm en in september is de Projectdirectie Covid 19 van start gegaan bij VWS. Met verschillende collega’s ging ik toen weer aan de slag in onze directie .Het was echt nodig goed te landen, verhalen te delen en de heftige periode die we hadden doorgemaakt te verwerken. Onder hoge druk werken met al die, vaak negatieve, media-aandacht doet iets met je. Door stil te staan bij verwerking ontstond energie voor de toekomst en konden we voorbereidingen treffen wat we te doen hadden voor de toekomst. Ondertussen werk(t)en andere collega’s binnen VWS keihard in de crisis, daar heb ik diep respect voor. Het helpt om werken in crisisstand en nadenken over toekomst separaat te organiseren. Zo is de directie Pandemische paraatheid ontstaan waarvoor ik nu verantwoordelijk ben. Overigens moest ik ook wel weer wennen aan de ambtelijke molens – in een crisisorganisatie zit meer flow – en natuurlijk aan het thuiswerken.’

Waarop richt de directie Pandemische paraat zich?

‘Dit voorjaar informeren we de Kamer over onze doelen. In grote lijnen willen we ons richten op drie doelen. Het versterken van: de publieke gezondheid, de opschaalbaarheid van de zorgcapaciteit en de leveringszekerheid van hulpmiddelen. Daar doorheen lopen vier thema’s: regie en sturing, informatievoorziening en ict, internationale samenwerking en kennis en innovatie. We werken als directie daarbij nauw samen met de collega’s binnen VWS en natuurlijk met alle partijen buiten VWS.’

Wat heeft wat jou betreft prioriteit?

‘Een van de belangrijkste lessen is de noodzaak van centrale sturing in tijden van crisis, een uitdaging in ons sterk gecentraliseerde zorglandschap. Tijdens de coronacrisis hebben bijvoorbeeld de GGD’en een organisatie opgezet die de schakel vormt tussen het ministerie en de GGD’en. Het is belangrijk dat die organisatie blijft bestaan en in geval van een crisis snel kan opschalen. Dit soort centrale coördinatiemechanismen zijn ook ontstaan bij de hulpmiddelen en de patiëntenspreiding. Ook willen we beschikken over verschillende scenario’s. Die scenario’s gaan overigens verder dan corona, we richten ons ook op de komst van andere virussen en kijken breed. Misschien zijn de volgende keer bijvoorbeeld geen mondkapjes nodig, maar andere hulpmiddelen.’