Een beleidsmaker en een uitvoerder aan het woord over de raakvlakken van hun werk en het belang van een goede samenwerking: Araya Sumter (directeur Werknemersregelingen bij SZW) en Michiel van den Hauten (directeur Strategie, Beleid en Kenniscentrum bij UWV) vertellen hoe zij voor én met de samenleving werken.

Araya Sumter

Wat is jullie grootste gedeelde uitdaging?

Michiel: ‘Als ik er één zou moeten kiezen: zorgen voor een goed functionerende arbeidsongeschiktheidswet. Met de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA, red.) hebben we jaren geleden een weloverwogen stelsel geïntroduceerd, maar daar blijken voor sommige groepen scherpe randjes aan te zitten. Daarnaast kampt UWV met grote achterstanden in de beoordelingen door verzekeringsartsen. Dat is echt een groot vraagstuk: is de wet op deze manier nog wel uitvoerbaar? En zo niet: passen we het huidige stelsel dan aan of moeten we op zoek naar een nieuw stelsel?’

Araya: ‘Een kwetsbare groep zit ziek thuis, te wachten op een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling van het UWV. Door het huidige beleid en de uitvoering worden zij op dit moment niet optimaal gefaciliteerd. Daarin hebben het UWV en SZW elkaar nodig om stappen te maken, om de hardheden uit de wet te halen. De WIA is een inkomensverliesverzekering. Het is taai dat deze negatief kan uitpakken voor de mensen die het minst verdienen. Aan ons de taak om de menselijke maat beter toe te passen en ons beleid voor de uitvoering te vereenvoudigen. Daarom is er nu een onafhankelijke commissie ingesteld, die gaat onderzoeken wat er in ons huidige stelsel nog niet goed gaat.’

Michiel van den Hauten

Een hoge werkdruk, een beoordelingsachterstand: welke impact heeft dit op jullie collega’s?

Michiel: ‘Het is een mix van mouwen opstropen en frustratie. Neem bijvoorbeeld het aantal mensen dat wacht op een WIA-beoordeling. Die problematiek is er al heel lang en het kost tijd om veranderingen teweeg te brengen. Dat is natuurlijk frustrerend. We onderzoeken hoe we onze artsen efficiënter kunnen inzetten, maar daarin alleen zit te weinig ruimte. Er staan duizenden mensen in de wacht, dus we moeten hard op zoek naar andere maatregelen.’

Araya: ‘We voelen ons gezamenlijk verantwoordelijk voor die opgave. Noem het professionele buikpijn: veel mensen zitten thuis te wachten, terwijl we juist willen dat iedereen inkomenszekerheid heeft. Samen met het UWV zijn we per geboortejaar gaan onderzoeken hoe groot de kans is dat uitkeringsgerechtigden terugkeren op de arbeidsmarkt. Bij 60+’ers blijkt die kans helaas relatief klein. Met als resultaat dat mensen uit die groep nu een vereenvoudigde beoordeling van hun WIA-aanvraag kunnen krijgen. Dat schuurt met onze Seniorenkansenvisie, maar we krijgen terug dat duidelijkheid mensen rust geeft. Daarbij ontvangen alle 60+’ers wel persoonlijke dienstverlening van WERKbedrijf, het UWV-trefpunt voor werkzoekenden en werkgevers. En willen ze wel een reguliere beoordeling, dan kan dat altijd. Het zou tragisch zijn als mensen niet datgene krijgen waar ze recht op hebben, puur omdat de uitvoering een capaciteitstekort heeft.’

‘De menselijke maat’: een veelgehoorde term. Hoe werken jullie daaraan?

Michiel: ‘In de eerste plaats door onze dienstverlening te verbeteren, door onze professionals meer ruimte te geven cliënten te helpen en waar nodig maatwerk te bieden. We halen signalen op over waar burgers en werkgevers tegenaan lopen en hoe we die in de dienstverlening kunnen oplossen, of waar wet- en regelgeving knelt. Daarover gaan we dan in gesprek met het ministerie.’

Araya: ‘Zoals de Ombudsman altijd zegt: maatwerk is geen oplossing voor slecht beleid. Tegelijkertijd kan de burger niet wachten. We ontwikkelen beleid voor de mensen, dus de belangrijkste vraag is: wat verlangt de doelgroep van ons? Daarom spreken wij zelf ook de mensen voor wie het beleid maken. Recent interviewden we zo’n zeventig WW’ers, om van hen te horen wat er goed en minder goed gaat bij de WW. Mede daardoor zijn we nu bezig met de voorbereidingen voor een grootschalig onderzoek naar de sollicitatieplicht in de WW, onder duizenden Nederlanders. Zo krijgen we inzicht in hoe die plicht op dit moment voor mensen werkt en wat er zou gebeuren als we die plicht anders invullen. Dat doen we samen met het UWV. Wat ik daaraan heel gaaf vind, is dat we zo van praktijkgericht werken naar evidence-based werken gaan. Dat is ook wat de politiek én de samenleving van ons vragen. Er gaat geen beleidsstuk de deur uit zonder dat we weten wat de doelgroep ervan vindt.’

Michiel: ‘Daarin is de menselijke maat iets anders dan klanttevredenheid. Met de Menselijke Maat Monitor willen we bij het UWV antwoord krijgen op drie vragen: voelen mensen zich gezien, gehoord en geholpen? Daarbij is die laatste het ingewikkeldst. Het moet namelijk wel kunnen binnen de regelgeving. De menselijke maat moet dus ook in de genen van de wetten zitten.’

Wat is de belangrijkste les die jullie tot nu toe leerden in deze rol?

Araya: ‘Creëer ruimte om af en toe even een stap terug te nemen. Hoe kunnen we dit met elkaar zo goed mogelijk doen? Als ik Michiel een week niet heb gesproken, gaat er iets mis in onze samenwerking. Dat klinkt overdreven, maar de lijnen moeten kort zijn. Dus niet vanuit je eigen silo beleid maken en denken dat het oké is. Betrek de uitvoerder, maar ook zeker de mensen daarbij. Dat verdienen ze. Ik heb ook geleerd om ongemakkelijke gesprekken niet uit de weg te gaan. We moeten onze collega’s helpen als ze het lastig hebben. Hoe lossen we dit samen op? Uiteindelijk heeft de samenleving er niets aan als wij kissebissend door de gangen lopen.’

Michiel: ‘Wees oprecht geïnteresseerd in elkaar. Zo krijg je meer begrip voor wat de ander doet. Het ministerie en het UWV hebben een gedeelde opgave, maar ook hun eigen context. Informeer elkaar tijdig, zonder gelijk in de actiestand te schieten als iets anders gaat dan je had verwacht. We noemen dat “ruimhartig informeren, terughoudend interveniëren”. Het helpt om vanuit het gemeenschappelijke doel boven een discussie te hangen en samen te zoeken naar een oplossing. Dan kom je er met elkaar vaak vanzelf uit.’