Malika Aït-Mallouk was afdelingshoofd mbo bij de Inspectie van het Onderwijs. Sinds 1 september is zij hoofd Beleid en plaatsvervangend directeur van de directie Beleid en Bestuursondersteuning bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). ‘Ik zit nu nog dichter op de uitvoering.’
En, ben je al een beetje geacclimatiseerd?
‘Voor zover dat kan in 3 maanden! De DJI is een grote, complexe organisatie. Ik voer nog steeds veel kennismakingsgesprekken en bezoek de verschillende inrichtingen. Kortom, ik ben nog druk bezig met het leren kennen van mijn collega’s en de vraagstukken waarmee zij te maken hebben. Als relatieve buitenstaander had ik hiervoor nooit stilgestaan bij de complexiteit van de DJI. We hebben hier met elkaar allerlei mini-samenlevingen in de lucht te houden. En dan zijn er nog de vervoersbewegingen, bijvoorbeeld van de rechtbank naar een penitentiaire inrichting. Daar zit een grote logistieke operatie achter. Het algemene veiligheidsvraagstuk maakt het extra interessant. We sluiten mensen uit veiligheidsoverwegingen op, maar hebben ook de taak om waar mogelijk bij te dragen aan re-integratie. Die harde en zacht kant moeten we op de juiste manier zien te verenigen.’
Je werkte hiervoor bij de Onderwijsinspectie. Wat is het grootste verschil?
‘Ik werk nu bij een uitvoeringsorganisatie in plaats van een toezichthouder. De DJI staat meer zelf aan het roer. In beide organisaties werken overigens mensen die zich met veel passie op de vraagstukken storten. De DJI is wel veel gelaagder dan de Onderwijsinspectie. Dan heb ik het niet over hiërarchie, maar over alle verschillende locaties en functies. Van groepsbegeleiders in tbs-klinieken tot de financiële collega’s op het hoofdkantoor: de diversiteit aan medewerkers is hier enorm.’
Was je na ruim 4 jaar bij de Onderwijsinspectie toe aan iets nieuws?
‘Als afdelingshoofd mbo kwam ik ongeveer een half jaar geleden in rustiger vaarwater. En toen begon het te kriebelen. Na 18 jaar bij OCW had ik zin in een ander vakgebied, in nieuwe inhoud. Uiteindelijk koos ik heel bewust voor een uitvoeringsorganisatie. Ik zie nu nog duidelijker hoe beleidsvoornemens de praktijk raken. Dat vind ik erg mooi. Het is natuurlijk ook altijd interessant om ergens in te stappen waar iets te doen is. Ook bij de DJI is de afgelopen jaren gediscussieerd over de uitvoerbaarheid van beleid. De ambitie is nu om het gesprek daarover beter te voeren. Dat zie ik als een mooie klus om op te pakken.’
Van onderwijs naar justitie: het lijkt niet de meest logische stap.
‘Ik vind het grappig dat het als zo’n opmerkelijke stap wordt gezien. Ook nu lever ik vanuit verschillende perspectieven een bijdrage aan een goed functionerende samenleving. En net als in het onderwijs draait het ook om het blijven bieden van kansen. Ik wil mezelf niet beperken tot één beleidsterrein. Het gaat mij erom dat ik iets kan bijdragen aan de maatschappij.’
Wat heb je de komende tijd nodig om die maatschappelijke bijdrage goed te kunnen leveren?
‘Ik zal de organisatie en de mensen snel moeten leren kennen. Mijn afdeling heeft als opdracht om de uitvoering van beleid verder te brengen. Dat kunnen we niet alleen. We willen weten wat er in de organisatie speelt, tot aan de groepen in de kliniek aan toe. De krapte op de arbeidsmarkt is ook binnen de DJI een van de grootste vraagstukken. We moeten de continuïteit in de operatie zien te waarborgen. In dialoog de DJI verder brengen: dat is de kern.’
Wat wordt jouw grootste uitdaging, denk je?
‘Het positioneren en professionaliseren van het uitvoeringsbeleid. Dat vraagt ook om een goede organisatie richting het departement. En als er dan daadwerkelijk beleid wordt doorgevoerd, zullen we een vinger aan de pols moeten houden. Werkt het zoals het is bedacht? En zo nee, waar lopen we dan precies tegenaan? Daar zullen we vervolgens het gesprek met elkaar over moeten aangaan. Het hoofddoel is dat onze collega’s in de uitvoering hun werk goed kunnen uitvoeren. Ik vind het indrukwekkend hoe zij alle ballen in de lucht houden.’