Over minder dan twee maanden pakt stemgerechtigd Nederland het rode potlood er weer bij. Tot die tijd zijn onder andere de Kiesraad en gemeenten druk met de voorbereidingen. Hoe kijken zij vooruit naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november?

Op vrijdagavond 7 juli gaat de kogel door de kerk: kabinet-Rutte IV valt. Hans Klok, secretaris-directeur van de Kiesraad, voorvoelde toen al een paar dagen dat de politieke seinen niet meer goed stonden. ‘Ik hield rekening met vervroegde verkiezingen, maar zo kort voor de zomer en met deze snelheid… Dat zag ik niet aankomen. De woensdag voor de kabinetsval werd duidelijk dat het niet de goede kant opging. De Kiesraad is toen meteen gaan nadenken over een logische verkiezingsdatum. Zo konden we snel na de verklaring van de minister-president naar buiten komen met een advies, passend binnen de termijnen van de Kieswet en rekening houdend met de uitvoerbaarheid. Oftewel: medio november, op z’n vroegst.’

Meteen in de actiestand

Maria Buur

De uitvoerbaarheid waarover Hans spreekt, is voor gemeenten logischerwijs van groot belang. Stemlocaties, vrijwilligers, stempassen: er is op lokaal niveau nogal wat nodig voor een soepele  verkiezingsdag. ‘En dus gingen wij in juli meteen in de actiestand’, vertelt Maria Buur. Zij is projectleider verkiezingen bij de gemeente Nijmegen. ‘Op dat moment bevonden we ons natuurlijk midden in de zomervakantie. Dat maakte het best spannend: kunnen we snel voldoende stemlocaties regelen, terwijl het onderwijs en veel culturele instellingen zijn gesloten? De meeste konden we gelukkig snel bereiken.’ Inmiddels zijn er met de drukkers en postbezorging afspraken gemaakt over de stempassen. ‘En sinds begin augustus kunnen mensen zich aanmelden als vrijwilliger’, aldus Maria. ‘Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen in maart hadden we 84 stembureaus, aankomende verkiezingen is dat er één minder. Ook in november hebben we zeker duizend mensen nodig. Gelukkig stromen de aanmeldingen binnen. Het enthousiasme is er!’

Gemeenteland op z'n kop

Hans Klok

De verkiezingen volgen elkaar dit jaar snel op. Dat biedt de kans om de uitvoerbaarheid nog eens goed onder de loep te nemen. ‘Na de Provinciale Statenverkiezingen stond heel gemeenteland op z’n kop’, herinnert Maria zich. ‘Voor het eerst moesten we extra telcontroles uitvoeren. En de stembureau-app werkte op een gegeven moment niet meer. Natuurlijk spreek je intern een plan B af, maar die twee zaken bepaalden de sfeer van de dag. Het was niet prettig.’ Hans vult aan dat het stembiljet in de huidige vorm zijn beste tijd heeft gehad. ‘Voordat je de biljetten van dit formaat allemaal hebt uitgevouwen en gesorteerd, is het al tegen middernacht. En dan moet de telling nog beginnen. Daarom gaat het ministerie van BZK experimenteren met een kleiner stembiljet, dat ook de lasten verlicht voor gemeenten. Waarschijnlijk gaan enkele gemeenten dat tijdens de Europese Parlementsverkiezingen in juni 2024 voor het eerst testen.’

Begrip voor beleid en uitvoering

Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen was er onder gemeenten weinig begrip voor verplichte hertellingen, vertelt Maria. ‘Het riep vragen op. In de jaren hiervoor ging het toch ook altijd goed? BZK en de Kiesraad krijgen signalen binnen dat de verkiezingen niet transparant genoeg zijn. Maar waarop acteer je dan als overheid? Als je iedere millimeter in het stem- en telproces dichttimmert, is het voor gemeenten niet uitvoerbaar. Voor een betrouwbare uitslag heb je een betrouwbaar proces nodig, waarbij vrijwilligers binnen normale uren hun werk kunnen doen. Daarin moet je dus goede keuzes maken.’ Hans schetst ter aanvulling de positie van de Kiesraad. ‘Wij doen ons best voor de uitvoering, maar moeten ook het verkiezingsproces waarborgen. En dus hebben we ons op zowel de uitvoerbaarheid als de transparantie te richten. Ik snap dat daar vanuit gemeenten niet altijd begrip voor is. Het gesprek met elkaar is daarin belangrijk. Met de wens voor extra controles willen we niet zeggen dat gemeenten hun werk niet goed doen. Maar het is wat deze tijd van ons vraagt, kijkend naar het complotdenken en de toenemende polarisatie. De Amerikaanse verkiezingen van 2020 hebben daar zeker aan bijgedragen. En dus moeten we zo open mogelijk laten zien hoe goed we zijn in ons werk.’

Minder afstand

Beleidsmakers en gemeenten voeren voortdurend gesprekken over het verkiezingsproces. Volgens Hans pakt de Kiesraad daarin steeds meer een rol. ‘We besteden veel aandacht aan tijdige, duidelijke informatie over wat er van gemeenten wordt verwacht. Daarnaast stellen we in de aanloop naar de verkiezingen een informatiepunt open en organiseren we samen met BZK digitale spreekuren. Hoe zit het bijvoorbeeld met stemgerechtigden die tijdelijk in het buitenland verblijven? Dat soort vragen kunnen gemeenten dan stellen. Door de inzet van digitale middelen verkleinen we de afstand tussen beleid en uitvoering.’

Na de verkiezingen in maart werd er volop geëvalueerd, om de werkzaamheden voor gemeenten behapbaar te houden. ‘De adviezen daarover zie ik vooralsnog niet terug in beleidsmaatregelen’, stelt Maria. ‘Gemeenten zitten nog met de stress van de vorige verkiezingen. Je voelt daarom nu wat weerstand: gaat het deze keer wél goed? Wat mij betreft mogen het ministerie en de Kiesraad nog meer laten zien welke belangen er spelen. Ik heb bijvoorbeeld te maken met burgemeesters en wethouders, Hans met ministers en staatsecretarissen. Daardoor zijn we beiden gewend om te dealen met politiek-bestuurlijke gevoeligheden. Het besef dat we elkaar daarin kunnen vinden, vind ik belangrijk. Dat kan leiden tot meer begrip en draagvlak, in plaats van dat het een wij-zij-verhaal wordt. Als we verder willen komen, zullen we het toch echt samen moeten doen.’

De mouwen opstropen

De Tweede Kamerverkiezingen van 2021 waren voor Maria de eerste in haar rol als projectleider. Ze haalt de functie elders-foto van Kajsa Ollongren aan. ‘Dat was voor mij toen heel frustrerend. Natuurlijk is het  belangrijk dat de dag zelf goed verloopt, maar het gaat me ook om het verhaal daarna. Je wil dat iedereen er na afloop met plezier op terugkijkt.’ Volgens Hans vinden medewerkers en vrijwilligers het vaak erg leuk om een bijdrage te leveren aan de verkiezingen. ‘Het gaat ergens over en het is zichtbaar. Maar de werkdruk moet wel binnen proporties blijven. Ons motto is: laten zien dat de samenleving op de verkiezingen kan vertrouwen. En daarvoor stropen we met elkaar de mouwen op.’