Jochem van der Veen (MT-lid Hoger Onderwijs en Studiefinanciering bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en Willem Schutte (directeur Onderwijsvolgers bij DUO) in gesprek over hoe ze een snelle herinvoering van de basisbeurs tot stand brachten.
Jullie houden je allebei bezig met de herinvoering van de basisbeurs. Wat is precies de rolverdeling?
Jochem: ‘Ik geef leiding aan het team Studiefinanciering, dat bestaat uit beleidsmakers. Wij bedenken het beleid en maken de wet- en de regelgeving rondom de studiefinanciering.’
Willem: ‘Aan ons de taak om het beleid uit te voeren. OCW mag dan onze opdrachtgever zijn, we hebben wel een gelijkwaardige relatie. Wij weten beter wat er in de maatschappij speelt dan de beleidsmakers. Onze klanten – studenten en studieschuldaflossers – zijn mondig. Als we iets niet goed doen of niet handig communiceren, krijgen we dat gelijk te horen. Wij koppelen dat weer terug aan Jochem en zijn collega’s.’
In juni 2023 was de herinvoering van de basisbeurs een feit. En afgelopen september kregen studenten die hier recht op hebben het beursbedrag al op hun rekening. Hoe kregen jullie dit zo snel voor elkaar?
Willem: ‘We wisten voor de verkiezingen van de vorige kabinetsperiode al dat er een meerderheid ging komen voor het voorstel om de beurs weer in te voeren. We hebben daarop voorgesorteerddoor scenario’s te schetsen waar de politiek eventueel rekening mee moest houden.’
Jochem: ‘Daarin trokken we echt samen op. We hebben nog voor de verkiezingen om tafel gezeten om scenario’s te maken die we aan de formatie konden voorleggen. Scenario’s waarvan wij vonden dat ze uitvoerbaar waren.’
Welke problemen voorzagen jullie bij de herinvoering van de basisbeurs?
Willem: ‘We wilden vooral voorkomen dat de herinvoering jaren zou duren. De basisbeurs is weer ingevoerd, omdat wij zagen dat er een te grote groep jongeren met een hoge schuldenlast ontstond. Hoe langer de herinvoering van de basisbeurs op zich zou laten wachten, hoe groter die groep van jonge mensen met schulden zou worden. Het was dan ook de wens vanuit de politiek dat we dit snel voor elkaar zouden krijgen.’
Jochem: ‘Daarom kozen we voor een constructie die al bestond. Dat wil zeggen: we hanteren voor de basisbeurs hetzelfde systeem als voorheen. Als we een nieuwe constructie hadden moeten verzinnen met nieuwe regels, dan had het veel langer geduurd.’
Willem: ‘Er waren binnen de politiek ook mensen die vonden dat we de inkomens van de ouders van studenten mee zouden moeten wegen bij het toekennen van de basisbeurs. Maar hiervoor hadden we in ons systeem een nieuwe infrastructuur op moeten zetten. Dan had het nog jaren geduurd voordat we de basisbeurs hadden kunnen herinvoeren. Nu konden we de infrastructuur gebruiken van de basisbeurs van voor de afschaffing. Als je al werkende ICT-oplossingen hebt, is dat een heel fijne basis om vanuit te werken.’
De herinvoering van de basisbeurs is succesvol verlopen. Voor welke uitdagingen staan jullie nu?
Jochem: ‘Dat is denk ik de tegemoetkoming van de zogeheten “pechgeneratie”, de groep studenten die geen basisbeurs heeft ontvangen. Die financiële tegemoetkoming krijgen zij vanaf 2025 uitbetaald.’
Willem: ‘Onze inschatting is dat er ongeveer een miljoen (voormalig) studenten recht hebben op die tegemoetkoming. Hiervan staan er maar 600.000 geregistreerd in ons systeem. De rest heeft ofwel zijn of haar lening al afgelost of staat om een andere reden niet meer in onze database. We willen een campagne oprichten waarin we die groep voormalig studenten oproepen zich te melden. Je krijgt bovendien te maken met allerlei ingewikkelde vraagstukken. Een voorbeeld: moet je iemand die nooit studiefinanciering heeft aangevraagd maar formeel wel onder de pechgeneratie valt ook compenseren?’
In hoeverre maken jullie bij het opstellen van beleid gebruik van de praktijkkennis van DUO?
Jochem: ‘Daar heb ik een mooi voorbeeld van. DUO constateerde dat veel mensen die recht hebben op een aanvullende beurs – een beurs voor studenten met ouders die weinig verdienen – die niet aanvragen. We hebben dit toen opgenomen in het plan rond de herintroductie van de basisbeurs.’
Willem: ‘Deze groep leende ondertussen wel. Als je het dan over schuldenproblematiek bij jonge mensen hebt, is dat iets wat je moet aanpakken. Daarom hebben we geregeld dat studenten die hier recht op hebben de beurs automatisch krijgen. Als ze de beurs niet willen, zullen ze deze zelf moeten stopzetten.’
Jochem: ‘We moesten begroten wat er zou gebeuren als iedereen die recht heeft op zo’n aanvullende beurs, die ook aanvraagt. We kwamen tot de conclusie dat dit ons dat 100 miljoen euro per jaar extra gaat kosten. Voor de herinvoering van de basisbeurs was een miljard per jaar begroot. Toen hebben we de minister voorgesteld om die 100 miljoen euro te bekostigen met het geld voor de basisbeurs. Daar is de Tweede Kamer uiteindelijk mee akkoord gegaan, maar politiek gezien lag dit best ingewikkeld. Het betekende namelijk dat de basisbeurs lager zou uitvallen.’
Willem: ‘Dit is natuurlijk wel waar een studiebeurs voor bedoeld is, om studenten te helpen die vertrekken vanuit een minder goede uitgangspositie. Ik vind het heel mooi dat Jochem en zijn team gehoor gaven aan ons verzoek. Ze hadden ook kunnen zeggen: “Onze opdracht is om de basisbeurs weer in te voeren en meer doen we niet”. Dan was er nog steeds een groep studenten geweest die zichzelf onnodig in de schulden steekt.’